BIG BEND (1) : Wildernis
In april 2007 reden mijn grote vriend en reisgenoot Thei vanuit Alpine zuidwaarts over de 78 mijl lange en verlaten Highway 118, op weg naar Big Bend National Park dat in het heetste en meest droge gedeelte van zuidwest Texas ligt. Geen auto kwam ons tegemoet, geen auto reed voor ons en voor zover we konden zien volgde ons ook niemand. De weg was als een smalle catwalk die ons door het bleke okerkleurige landschap met zijn zwarte bergen naar een eindpunt zonder naam leidde. Was de tijd stil blijven staan? De afstand tussen de bergen en ons leek gelijk te blijven, terwijl de weg toch onder de wielen van onze auto door schoof.
Highway 118 gaf ons het freaky gevoel dat aan het einde ervan ook de wereld zou eindigen en dat we pardoes over de rand zouden tuimelen op weg naar het eeuwige niets. Tegelijkertijd voelden we echter ook de begerige honger naar avontuur, in het midden latend wat we aan het eind van deze catwalk zouden vinden. Op onze kaart van Texas stuit deze Highway aan het einde op een lange blauwe kronkelende lijn. De Rio Grande die de grens vormt met Mexico. Het grijze gebied op onze kaart daarachter betekent echter niet dat daar de wereld ophoudt.
De aankomst in Terlingua / Study Butte was nogal een confrontatie met onze kleinburgerlijke gevoelens van veiligheid en zekerheid. De catwalk bleek, voor onze begrippen, te eindigen in een soort survival camp. Survival Camp? Vijf dagen bleven we in het enige motel annex camping in Study Butte. Vanaf het moment dat we over moesten schakelen naar basale levensbehoeften en nadat we onze vastgeroeste ideeën over beschaving en cultuur hadden losgelaten, genoten we elke minuut met volle teugen. Rijden en hiken in Big Bend was als voedsel van uitzonderlijke hoge kwaliteit voor onze gulzige avontuurlijke gevoelens. Enkele jaren eerder verdwaalden we in de Vermillion Cliffs in Utah. Een ervaring die ons leerde om ons heel goed te oriënteren als we ons weer eens op onbekend terrein wagen. We zijn zeker voorzichtiger geworden, maar ook heden ten dage blijven we steeds weer de grenzen van onze mogelijkheden oprekken. Dat gebeurde ook hier weer. De droogte, de heldere stilte en de intensiteit van de kleuren zorgden als het ware voor een bombardement van indrukken en elke volgende dag waardeerden we het besloten gevoel van deze eenzaamheid meer en meer. Een wildernis waar geluid nog steeds geen vat op schijnt te krijgen. Een plek waar je je tijdelijk uit de ’rat-race van deze wereld kunt terugtrekken of waar je gewoon voorgoed kunt blijven en je thuis voelen.
Snakes
Slangen tegenkomen in dit soort regionen is meer regel dan uitzondering. Voor mijn reisgenoot en mij is een Amerika-reis niet compleet zonder de ontmoeting met een slang. Tijdens onze hike in Tuff Canyon liep Thei een eind voor me uit terwijl ik tussen de rotsen foto’s stond te maken. Toen ik hem ineens heel beleefd hoorde vragen of ik naar hem toe wilde komen, wist ik dat er iets aan de hand was. Hij stond doodstil op het ‘pad’ dat naar de bodem van de canyon voerde. Voorzichtig liep ik naar hem toe en bleef vervolgens op vijf meter bij hem vandaan stilstaan. Het enige dat ik zei was: “Niet bewegen”. Op nog geen 30 cm voor zijn voeten lag een polsdikke slang van ongeveer 2,5 meter. Thei bewoog niet, de slang vertrok geen spier en ik bracht in slow-motion de camera voor mijn oog. Op het klikken van de camera na was het doodstil. Na ongeveer tien minuten kwam de slang waarschijnlijk tot de conclusie dat ze haar energie niet wilde verspillen aan onze benen en ze gleed tussen de rotsen weg.
Later op de dag lieten we bij het Visitor Center de foto’s zien. Het bleek een volwassen Bull Snake te zijn, die normaal gesproken niet echt gevaarlijk zijn. Van Edward Abbey (lees ‘Desert Solitaire’ maar eens) hebben we geleerd dat een Bull Snake als huisdier in deze streken de beste bescherming is tegen rattlers. Ratelslangen zijn agressief en een beet van een van hen kan ervoor zorgen dat je de rest van de reis en ook alle daarna geplande uitstapjes in de hemel kunt doorbrengen. Deze ontmoeting heeft er wel voor gezorgd dat we nog beter hoorbaar door rotsachtig terrein en struikgewas lopen om mogelijke slangen te laten weten dat we eraan komen. Die kunnen zich dan nog snel uit de voeten (?) maken voordat ze hun gif aan Hollanders moeten verspillen.
Santa Elena Canyon
Er bestaat de mogelijkheid om in de Santa Elena Canyon te gaan hiken en van die mogelijkheid wilden we graag gebruik maken. Dat betekende wel dat we een zijarm van de Rio Grande moesten oversteken. Rugzakken om en de camera op de buik stapten we voorzichtig van de ene steen op de ander om met droge voeten de canyon te bereiken. Dat lukte en met een zucht van opluchting zei ik tegen Thei: “Gelökkig, gein naate veut” (ABN : gelukkig, geen natte voeten). We waren tijdens onze hikes vandaag niemand tegengekomen. Nu zagen we drie mannen die vanuit de canyon onze richting uit kwamen. Uiteraard vroegen ze ons: ”Where are you from?”. Op ons antwoord dat we from the Netherlands kwamen, werd er direct gevraagd waar vandaan in the Netherlands. Thei en ik keken elkaar kort aan en besloten om de naam van ons dorp maar over te slaan en Maastricht te noemen. Misschien in de USA bekend vanwege ‘Het verdrag van Maastricht’. De verrassing was groot toen bleek dat een van de drie mannen twee weken geleden in Maastricht was geweest om de Tefaf te bezoeken. We wisselden niet alleen informatie uit over Maastricht en over de jaarlijkse exclusieve Tefaf met zijn kunstwerken, maar ook over ons dorp Gulpen en de kunst van locale kunstenaars – zoals ik.
De man was erg nieuwsgierig en beloofde dat hij contact zou opnemen als hij het volgend jaar weer naar de Tefaf zou gaan. Hij zou graag een bezoek aan Gulpen brengen om mijn schilderijen te bekijken. De wereld bleek weer eens erg klein te zijn. De mannen staken vervolgens de rivier over en wij hiketen de rest van de middag in de canyon met zijn indrukwekkend hoge wanden. De linker kant is Mexico. Wij klommen aan de rechter kant die Amerikaans grondgebied is.
Van een andere planeet
Laat in de middag keerden we terug van onze hike en we genoten van de rit terug naar het motel, terwijl de contouren van het landschap langzaam zachter en de kleuren warmer werden. Het droogste gedeelte van Big Bend veranderde in een betoverend sprookjesland. We keken op dit tijdstip van de dag met andere ogen en het verwonderde ons in het geheel niet dat we plotseling iets ontdekten dat we nog niet eerder hadden gezien.
Enkele mijlen buiten het National Park zagen we een eind landinwaarts een aantal ongewone kleuren, die niet in het landschap thuis leken te horen. Onze nieuwsgierigheid was zo groot dat we de verleiding niet konden weerstaan om op onderzoek uit te gaan. Nadat we de auto langs de kant van de weg hadden geparkeerd baanden we ons vervolgens een weg tussen de cactussen en lage struiken door, met onze schoenen tamelijk veel lawaai makend om mogelijk aanwezige hapgrage slangen te verjagen. Dichterbij komend ontdekten we dat de kleurige strepen en vlekken eigenlijk een reeks van zacht glooiende en steilere heuvels waren, afgewisseld met rotspartijen. We keken met verbijstering naar de meest prominente heuvel die – voor ons althans – de vorm had van een enorme kwal in alle denkbare tinten roze en grijs. De heuvels en rotsen daaromheen waren ’geschilderd’ in elk mogelijke variatie van geel en bruin, volkomen onbegroeid en bedekt met kleine putjes. Hoewel de putjes de omgeving een zachte en kwetsbare uitstraling gaven was het oppervlak van de heuvels zo hard als beton. De putjes waren gewoon het resultaat van grote regendruppels die de aarde geselen tijdens enorme stortbuien in de zomermaanden. De hoeveelheid water die dan naar beneden komt zorgt vaak voor catastrofale flash-floods die alles meesleuren. Als de buien achter de rug zijn schroeit de zon de aarde in een razend tempo weer dicht, waardoor het craquelé effect ontstaat. Terwijl de zon zich naar de horizon spoedde, liepen wij diep onder de druk terug naar de auto. We vroegen ons af hoe deze enorme kwal en de heuvels eromheen in die mierzoete kleuren konden zijn ontstaan. Vooral omdat de kleurkaart voor dit gebied zich voornamelijk beperkt tot alle nuances van beige en bruin. Alsof de kwal en de heuvels eromheen van een of andere planeet weggeplukt en op deze plek in Big Bend per ongeluk waren gedropt.
Er was tijdens die reis helaas geen gelegenheid meer om nog eens op onderzoek uit te gaan, omdat we de volgende dag dit fascinerende National Park weer zouden verlaten. Maar dát we terug zouden komen, dat was zeker.
Langzaam
Langzaam,
heel langzaam,
drijven mijn dromen
de wijdere wateren in.
Verloren woorden,
zo anders dan dromen,
blijven steken op een zandbank
van platte schimmen en schaduwbeelden