ARCHES : Red Rocks & Raindrops

Na een periode van 5 jaren niet-reizen pakken Thei en ik eind april 2014 onze koffers weer voor een trip naar de USA. Tijdens de gebruikelijk mix van voorbereidingen en voorpret gunde ik mijn penselen en verfmessen echter nog geen rust en er kwamen een paar aardige nieuwe werken uit mijn handen. De oorsprong van een ervan was me niet helemaal duidelijk, maar ongetwijfeld hadden de wilde ideeën die tijdens het plannen van mogelijke reisroute ontstonden een rol gespeeld.

RED ROCKS & RAINDROPS

Het vooruitzicht dat we op korte termijn de warme roodbruine aarde van Utah weer onder onze voeten zouden voelen maakte mijn greep naar deze kleur verf begrijpelijk. Door de manier waarop de witte verf en het antraciet hun weg naar het doek hadden gevonden interpreteerde ik het werk simpelweg als ontmoeting tussen aarde en water.
Echter, uitgezonderd de grote meren en de door smeltwater van de Rockies gevoede rivieren, hebben we in het zuidwesten zelden een poel water gezien, laat staan dat we door een regenbui nat zijn geworden. Die buien zijn er wel degelijk tijdens de zomermaanden. Moessonregens veroorzaken dan vaak verwoestende flash floods. De titel voor dit schilderij ’Red Rocks & Raindrops’ lag niet echt voor de hand, maar twee maanden later blijkt dat mijn inspiratie-voelsprieten al eerder op reis zijn gegaan.

Water in de desert

Regen? Inderdaad … hij viel en valt nog steeds als we vanuit Mexican Hat, een klein stadje ten noorden van Monument Valley, op weg gaan naar Moab. De ruitenwissers gehoorzamen de weersvoorspelling en werken tijdens de hele rit op topsnelheid. De temperatuurmeter op het dashboard geeft aan dat het buiten 38º Fahrenheit (± 3ºC) is. Reden waarom we alleen in Blanding bij het Visitor Center voor een sanitaire stop uit de auto stappen. Heremetijd wat is het koud. Alle variaties van neerslag krijgen we voorgeschoteld. Pas als we Moab binnenrijden zien we hier en daar weer een blauw plekje in de lucht verschijnen.

Potash Road

Het is te vroeg om al bij het motel in te checken, waar we voor vijf dagen een kamer hebben gereserveerd. We besluiten daarom om Highway 379 – oftewel Potash Road – langs de Colorado River zover mogelijk op te rijden en eens te gaan kijken wat zoveel regen met het land doet.

Na ongeveer 20 mijl gaat het geasfalteerde gedeelte over in een dirt road die, zelfs voor jeeps onberijdbaar is. Overal zijn kleine, grotere en joekels van watervallen ontstaan, die op verschillende plaatsen beter als gigantische modderstromen gekwalificeerd kunnen worden. Overal staan grote plassen water – rood water. We kennen Moab alleen als een kurkdroog stadje temidden van rode rotsen en rode aarde, waar je het rode stof nooit helemaal van je schoenen geklopt of gepoetst krijgt.

Het vele water deert ons niet. Integendeel. We knijpen onze handen dicht dat we nu foto’s kunnen maken die we anders nooit hadden kunnen maken.

Later in de middag rijden we terug naar Moab. Het in 1991 nog slaperige stadje met een motel is sindsdien de desert in gegroeid met alle uitwassen die gekoppeld zijn aan de uitwassen van de toeristenindustrie. Hotels,  motels, restaurants, winkels en winkeltjes en vooral verhuurbedrijven voor alles wat rijden, varen en vliegen kan. We checken in bij het kleine motel dat aan de drukke doorgaande weg bijna aan de noordgrens van Moab ligt. De kamers liggen aan een binnenpleintje waar gasten ook hun auto’s kunnen parkeren, maar waar verkeerslawaai geen toegang heeft. Een ideaal vertrekpunt en rustplaats voor alles wat we de komende dagen willen gaan doen.

‘Rock Stars’ in de Arches

We zijn op weg naar Arches National Park dat vijf mijl te noorden van Moab en op een hoogte tussen 1203 en 1718 meter ligt. Bij de ingang van het Park ligt het Vistor Center, waar we eerst enige tijd rondstruinen. En het is bijna vanzelfsprekend dat we het gebouw niet verlaten zonder juist dát ene prachtige nieuwe boek te hebben gekocht.

De thermometer bij het Visitor Center geeft 11°C aan, maar als we op de 18 mijl lange weg de eerste stops maken bij het ca. 500 meter hoger gelegen Park Avenue Viewpoint voor een bezoekje aan de Three Gossips en het La Sal Mountains Viewpoint, merken we dat er een ijskoude harde wind staat die voor een nul-graden-grens gevoelstemperatuur zorgt. Brrr. Wij zijn niet de enigen die zich hebben ingepakt alsof we op de noordpool rondlopen. En zo te zien hebben de Three Gossips het roddelen afgezworen. Als bevroren staren ze naar de horizon waar de La Sal Mountains zo nu en dan vanachter het dikke wolkendek tevoorschijn komen.
Via de slingerende weg, die hier the Great Wall heet, bereiken we de fameuze Balanced Rock, een gladde 3600 ton zware rotsblok die een evenwichtsoefening lijkt uit te voeren op zijn eroderende voetstuk van mudstone. De zwaartekracht tartende rots zal uiteindelijk, onder invloed van het erosieproces, naar beneden vallen.

Toeristen … toeristen … toeristen

Een paar honderd meter verder slaan we rechtsaf naar de Windows Section. Op de grote parking is geen plek meer vrij. Overal langs de weg staan de auto’s akelig schuin in de berm geparkeerd. Er rest ons niets anders dan dit voorbeeld te volgen als we tenminste iets van het gebied willen zien. Rijen toeristen banen zich een weg over de hiking trails naar de North en South Window, bij de Turret Arch vormt zich een file en aan de voet van de Parade of Elephants zien we veel mier-kleine begeleiders.

De Double Arch wemelt van de toeristen. Het is onmogelijk om de dubbele rotsboog ‘mensen-loos’ te fotograferen. Zelfs photo-shoppen levert niet het gewenste resultaat. We staan enige tijd aan de voet van de Arch naar het gekrioel te kijken en komen daarbij in gesprek met twee Amerikaanse echtparen. Tja, en hoe gaat dat dan? ”Where are you from, etc.” Zij blijken uit Gallup te komen, wij uit Gulpen. Op hun vraag of we wel eens in Gallup zijn geweest, antwoorden we bevestigend en we vertellen hun dat we dan meestal in het motel-gedeelte van Hotel El Rancho hebben gelogeerd. De grote hal van het hotel-gedeelte, waar veel filmsterren logeren en logeerden tijdens de opnames van een film hangt vol met foto’s van de acteurs. De vrouwen blijken de dochters te zijn van de hotel/motel eigenaar. En we krijgen een prachtig verhaal te horen over hun kindertijd in het hotel. Hoe zij met hun kinderfietsjes over het dikke rode tapijt in de grote hal crossten. Hun kindertijd tussen al die beroemde mensen vonden ze echter allesbehalve leuk.
Ik vraag me af of het bruggetje Gallup-Gulpen de reden was dat ze deze informatie over hun jeugd  met ons deelden, of dat het gedrag van de hier aanwezigen toeristen overeenkomsten vertoonde met de filmsterren-heisa die ze tijdens hun jeugd in het hotel ervoeren.

De hele dag is een aaneenrijging van rijden, wandelen, hiken, klimmen en fotograferen. We verbazen ons  op elke plek weer over het ongelofelijke aantal toeristen die (voor ons gevoel) pogingen doen om dit National Park binnen twee uur hélemaal te bekijken. We zien ze de auto’s uitrennen, foto’s maken zonder dat ze in de zoeker of op het schermpje kijken en weg zijn ze weer.

Tijd voor de digitale versie

Na een korte stop bij Panorama Point vragen de ongelofelijke kleuren van de heuvels langs de Salt Valley Wash terecht om aandacht waarna, slingerend en dalend de bijna twee km lange weg ons naar een kleine parking voert. De parking is ook het startpunt voor de hike naar Delicate Arch.
Via een kortere hike is Delicate Arch, weliswaar van grotere afstand, onder normale omstandigheden ook te bekijken. Dit punt ligt 1,5 km verderop maar is nu niet bereikbaar. Zover we kunnen kijken is de weg verandert in een rivier en waar geen water staat ligt een dikke laag modder. Geen auto kan erdoor. We besluiten om de hike naar Delicate Arch voor morgen te bewaren en hopen dat op een van de laatste dagen dat we hier zijn, het nu nog afgesloten deel van de weg wel weer toegankelijk zal zijn.

Terug omhoog rijdend via de Salt Valley Wash road zetten we de auto een aantal keren aan de kant, ook waar dat niet mag. Het wordt duidelijk dat de weg te smal is voor twee passerende auto’s en nog eentje in de berm. Thei rijdt vervolgens naar boven en wacht daar op een punt waar hij de auto wel kan neerzetten. Ik krijg een half uur. Daarna zal hij weer naar beneden rijden om mij op te pikken. Omdat ik in 1991 nog niet schilderde kijk ik nu met nog grotere ogen naar de weirde kleuren in de rotsen en heuvels. Hoog tijd om de digitale versie van de destijds geschoten analoge foto’s te maken. 

Vanuit de Fiery Furnaces Overlook is de gigantische doolhof met dicht op elkaar staande afgeronde hoge rotsen goed zichtbaar. Niet alleen lijkt het gebied vanaf de plek waar wij staan op de vlammen van een brandende oven. De hitte tussen de rotsen zal beslist ‘hot as hell’ zijn als je er gaat hiken. Wat overigens alleen met een gids mogelijk is.

Hij brak … maar nog niet helemaal

Laat in de middag komen we aan bij Devils Garden Trailhead. De 11 km lange Primitive Trail laten we rechts liggen, maar een aantal bekende en niet eerder bezochte arches ontsnapt niet aan onze aandacht.
De grootste boog wordt met zijn 88,4 meter door de Landscape Arch gevormd. Ik kan me nog herinneren dat we in 1991 midden onder de boog foto’s stonden te maken en dat we tegen elkaar zeiden: “Hij zal toch maar doorbreken net als je eronder staat”.  Hij brak in … 1991. Een stuk van 20 x 3,66 meter viel naar beneden. Hij ziet er van afstand nu flinterdun uit. Niemand mag er meer onderdoor lopen. De Wall Arch stortte in 2005 in. Tja, dat is het uiteindelijke lot van alle arches.
Arches beklimmen is, gezien onze leeftijd, niet echt ons ding. Echter, met het stijgen van de temperatuur is ons ‘lef-gehalte’ blijkbaar ook gestegen. Bij de dikke platte achter elkaar opgestelde Red Rock Fins … en aangemoedigd door jeugdige Amerikanen die vertellen dat het uitzicht van daarboven zo mooi is, proberen we de steile boog van een van de rode rotsen te beklimmen. De klim omhoog over de smalle rode richel (stijgingspercentage ± 20%) is geen probleem. Jammer genoeg óf misschien gelukkig maar, kijk ik halverwege om en daarna naar de klim voor ons. De bibbers schieten in mijn benen. Dat wordt met de ogen dicht en op de ’bókseboam’ afdalen. Ergo, het uitzicht van bovenaf zien we niet.

Delicate Arch

Vroeg op, vroeg op pad om de meute voor te zijn die net als wij ’de pelgrimstocht’ naar Delicate Arch ondernemen. Blijkbaar horen we niet tot de eerste lichting want we vinden nog net één parkeerplek. Als wij naar boven klimmen komen er al ‘pelgrims’ met zevenmijlslaarzen naar beneden gehold, alsof ze nog voor 12.00 uur in de Grand Canyon willen zijn. Waren die jonge gozers al boven voordat de zon op was? Mafketels!

Strakblauw is de lucht en ongelofelijk helder. Vanwege de kou en de harde wind zijn de windjacks nog steeds  nodig, maar we genieten. Het klimmen gaat prima. De extra zuurstof op 2000 meter lijkt ons vleugels te geven en mijn knieën hebben nergens last van. Thei klimt gestaag en ik volg meer in een zig-zag beweging. Elke bloeiende cactus moet op de foto en elke kleurrijke steen wordt van dichtbij bekeken.

De rij mensen die naar boven klimt is gigantisch en we vrezen dat er boven een file zal staan om Delicate Arch te fotograferen. Bijna boven komt ons alweer een grote groep toeristen in hoog tempo tegemoet. De goden zijn ons echter goed gezind. De windvlagen zijn hier zo heftig dat we ons goed moeten vasthouden als we vanaf de smalle rotsrichel over de rand van het grote kom-vormige plateau kruipen.
En daar staat ie dan. We hebben geluk. Ongeveer tien minuten lang is het ons gegund om foto’s te maken zonder mensen. Daarna vult een complete school het schuin aflopend plateau. Iedereen wil op de foto onder de Arch en elk kind wacht geduldig op zijn of haar beurt. We wachten het einde van de foto-shoot niet af en aanvaarden de terugweg. Tegen 2.00 uur zijn we beneden. We eten een sandwich in de auto, drinken water, maken een sanitaire stop en ik maak nog een klein uitstapje door de aangrenzende heuvels waarvan de turquoise kleur aangeeft dat er ijzer in de grond zit.

Mooi en onbereikbaar

De toegangsweg naar Lower Delicate Arch Viewpoint, die meerdere dagen afgesloten is geweest, is na vier dagen weer open. Ondanks dat er nog erg veel modder ligt bereiken we het startpunt voor de hike. Wandelschoenen aan, rugzakken om, camera op de buik, waterflesjes paraat en dan klimmen we weer. Het is een prachtige hike en er is zoveel te zien. In ons eigen tempo geraken we boven. Van daaruit kunnen we Delicate Arch zien en hemelsbreed gezien lijkt hij niet eens zo verschrikkelijk ver weg te staan. Vanaf onze plek zien we grote groepen mensen die om de Arch heen zwermen. Echter, tussen ons en Delicate Arch ligt een diepe, brede en ontoegankelijke canyon. Vanaf deze kant is Delicate Arch niet bereikbaar. Als je al met veel pijn en moeite zou kunnen afdalen in de canyon, dan is aan de andere zijde omhoogklimmen alleen iets voor ervaren klimmers. Mooi en onbereikbaar. Misschien wel daarom vindt Thei het zicht op de Arch van deze kant zelfs mooier.

We hiken naar beneden, eten en drinken wat, en rijden via de Salt Valley Wash weer omhoog. Langzamerhand beginnen we de piepkleine inhammetjes te herkennen waar zeer zeker ook andere fotografen hun auto’s in de struiken hebben geduwd. Het zijn gouden plekjes en ik neem me voor dat – als we weer eens in Moab zullen zijn – ik zeer zeker dáár naar beneden wil hiken. Legaal, dan wel illegaal. De kleuren van dit gebied zijn bizar en mijn ogen en het oog van de camera kunnen zich maar moeilijk losrukken van zoveel schoonheid.

Corona Arch 

Vandaag zijn we op weg naar Corona Arch en Bowtie Arch. Voor het eerst kunnen de truien uit. De wind is gaan liggen en de temperatuur loopt zelfs op tot 72℉.(22℃) Op ons gemak rijden we 10 mijl de Potash Road langs de Colorado rivier op, parkeren de auto langs de kant van de weg en klimmen omhoog. Na ongeveer 1 uur komen twee grote Arches in zicht. Corona Arch is bijna net zo spectaculair als Delicate Arch, maar is vrijwel alleen bij de plaatselijke bevolking bekend. Wij kregen gisteren de tip van een van de Amerikaanse motel-gasten die vaker in Moab komt hiken en klimmen. Amerikanen vinden deze arches indrukwekkender en de hike ernaartoe veel mooier. En … je komt hier geen gillende toeristen tegen.

Op sommige plekken is het klimmen geen enkel probleem. De laatste restanten van mijn hoogtevrees zorgen er echter voor dat ik het op de smalle richel boven een hoge loodrechte wand – getverdegetver – even Spaans-benauwd krijg. En over die richel moeten we straks ook weer terug … 

Als we dichterbij Corona Arch komen merken we dat deze niet alleen om zijn schoonheid wordt gewaardeerd. We hebben geen idee hoe hoog de arch is. Maar blijkbaar hoog genoeg voor de jonge mensen die er bovenop gereed staan om te bungie jumpen. Met een van de jongens praten we als hij zijn eerste sprong heeft gemaakt. Hij was banger toen zijn vriend zijn eerste sprong maakte dan toen het zijn beurt was. Op zijn gezicht is te zien hoe heerlijk hij de ’vlucht’ heeft gevonden. Hij klimt onmiddellijk weer omhoog. Ik overweeg de mogelijkheid om mijn hoogtevrees te overwinnen door het maken van zo’n sprong. De keuze om als ondertiteling bij onze foto’s te schrijven dat het Thei was die aan de elastiek hing lijkt iets realistischer. Geen van beiden gebeurt.

Desert Solitaire

Ik heb een grondige hekel aan regen (in Nederland), maar wat regen veroorzaakt en creëert in de gortdroge desert met zijn rode rotsen is onvoorstelbaar. Vol bewondering en met diep respect zwerven we rond in het rode land waar Moab de trekpleister is geworden voor bezoekers uit de hele wereld. De Canyons en Arches zijn sinds 1991, toen we hier voor het eerst kwamen, amper veranderd en het rode land heeft sindsdien niets van zijn aantrekkingskracht verloren. Helaas is het dromerige stadje met slechts één motel, dat we 23 jaar geleden hier aantroffen, uitgegroeid tot een bedrijvige stad met alle uitwassen van de toeristenindustrie. 

De Arches ervaren zonder toeristen kan gelukkig nog steeds. Regelmatig duik ik met mijn neus in Edward Abbey’s boek ‘Desert Solitaire’ dat ik hier jaren geleden kocht. Zijn verhalen geven me de mogelijkheid om net zo lang door de Arches te zwerven als ik wil… alleen met de natuur

*) Omwegen-30 verschijnt op 15 oktober 2022

IF YOU CAN DREAM IT, YOU CAN DO IT

Leeg

Leeg
is het blad
waarop ik met vaste hand
vurige woorden neerschrijf
die mijn denken heeft bedacht
reikend naar zingeving
betekenis en begrip
waaruit weten wordt geboren

Leeg
wordt het blad weer
wanneer weten
verder dan voorheen
het spoor naar wijsheid volgt
de lange adem loslaat
de verblinding bevrijdt
en elk woord langzaam wist