WILDERNESS – Morgen kan het anders zijn

Eind april 2009 zijn we weer een paar dagen in het noord-westen van New Mexico om van hieruit o.a. De-Na-Zin Wilderness Area te gaan verkennen.
Omdat het Visitor Center van Farmington ons gisteren geen specifieke informatie over dit gebied  kon verstrekken, werden we doorverwezen naar het plaatselijke kantoor van BLM (Bureau of Landmanagement), dat De-Na-Zin beheert. Een zeer behulpzame medewerkster stond ons daar te woord en haalde een zeer gedetailleerde kaart tevoorschijn van het gebied waar we graag naartoe wilden gaan. Vervolgens verzocht de medewerkster een Navajo collega om de exacte route op de kaart aan te geven. Met pijn en moeite gaf deze met potlood weliswaar precies aan hoe we moesten rijden, maar gumde vervolgens met een nors gezicht alles weer uit. Voor ons was het duidelijk dat ze ons liever niet naar dit gebied toe zag gaan. We kochten de kaart en sloegen de aanwijzingen zo goed mogelijk in ons geheugen op, in de hoop de locatie te kunnen vinden.

De-Na-Zin

Net als Bisti Wilderness, is de De-Na-Zin Wilderness Area een hoog- en afgelegen woestijngebied met kleurrijke, heuvelachtige badlands, een netwerk van droge beddingen en ontelbare geërodeerde rotsformaties. Een vindplaats van ontelbare fossielen en, verspreid over het hele gebied, versteende boomstammen of stukken ervan.
De badlands strekken zich ongeveer 8 km naar het noorden en meer dan 16 km in oost-west richting uit en vormen samen met de Bisti Wilderness een beschermd gebied van ​​ongeveer 25 km breed. Omdat deze wilderness zo uitgestrekt is, nemen de meeste mensen genoegen met het verkennen van de eerste paar kilometers van zowel de westelijke als ook van de oostelijke kant van het gebied.

De-Na-Zin betekent ‘kraanvogel’ in de taal van de Navajo Indianen. Kraanvogels in deze kurkdroge wildernis? Miljoenen jaren geleden was dit een moerassig gebied met een perfect warm en vochtig klimaat voor niet alleen reptielen, slangen, krokodillen, hagedissen, amfibieën en kleine zoogdieren, maar ook voor de Tyrannosaurus Rex. Uit de tijd dat brede rivieren hier de boel onder water zetten dateren de fossielen. De honderden meters dikke laag die overbleef nadat het water zich had teruggetrokken bestond uit modder, zandsteen, leisteen en steenkool. Erosie heeft de geschiedenis van deze wildernis blootgelegd; als een veelkleurig en in lagen opgebouwd verhaal.  

In vergelijking met Bisti zijn de badlands van De-Na-Zin meer begroeid. Het terrein is ruw en oneffen, hoodoos staan solitair of in kleinere groepen tussen karakteristieke kale modderheuvels, drooggevallen washes en sommige met een stugge grassoort begroeide hellingen. Op verschillende plaatsen is het landschap echter spectaculair; zoals op een locatie op ongeveer 1,5 km ten noordwesten van de trailhead, waar zich de grootste stukken versteend hout bevinden in het San Juan Basin.

Deze … die … of de volgende

CROSS ROADS

Vanuit Farmington zijn we vandaag al vroeg op weg naar Bloomfield en rijden daar Hwy 550 in zuidelijke richting op. Met de gedetailleerde kaart op schoot draaien we bij de Huerfano Trading Post de goed berijdbare dirt road op die naar De-Na-Zin verwijst, maar die zich na een paar mijl in allerlei richtingen vertakt. Aan elke vertakking staat een wegnummer maar geen ervan geeft de route aan  naar ons doel van vandaag. Welke van de vijf zullen we nemen? Er komt een pick-up truck aanrijden en aan de bestuurder – een Navajo Indiaan – vragen we welke van de vijf vertakkingen naar De-Na-Zin leidt. Hij heeft geen enkel idee wat De-Na-Zin is, maar hij suggereert ons vriendelijk dat déze – en hij wijst naar de tweede van rechts – wel eens de goede zou kunnen zijn. We rijden de hele route … en verder, maar er komt geen De-Na-Zin in zicht. Helemaal terug naar het begin dus maar weer.
We stappen uit en checken de wegnummers die – vanuit ons standpunt – aan de verkeerde kant van de weg staan. Next try. We rijden weer. Deze keer is het gelukkig raak. Bij het smalle naambordje staat een metalen doos met klep en in die doos liggen een paar bladen papier waar we onze namen op kunnen schrijven, met datum en tijd waarop we het gebied binnengaan. Het tijdstip waarop je het gebied weer verlaat wordt ook gevraagd. Uiteraard helpen we mee om de registratie up-to-date te houden. Maar of deze lijsten een keer per dag, per week, per maand of een keer per seizoen bekeken worden? Geen idee.

Kleurrijke heuvels en naakte rotsen

Bij de trailhead voert een in onbruik geraakt pad in noordelijke richting en bereikt de rand van het plateau na 500 meter, vanwaar een uitgestrekt gebied van gekleurde badlands, slikken en washes in zicht komt in zachte tinten geel, bruin en grijs. Een aanzienlijk deel is overwoekerd, met struiken en pollen hard gras, maar het grootste deel bestaat uit kale onbegroeide aarde en naakte rotsen. Weinig hoodoos of andere kenmerkende geologische formaties; het landschap lijkt op het eerste gezicht niet erg veelbelovend. Een met struiken begroeid ravijn loopt parallel met de rand van het plateau naar het westen, gescheiden van het hoofddal door een smalle kam, terwijl net ten noorden daarvan de brede, meanderende De-Na-Zin Wash zich splitst in verschillende behoorlijk diepe drooggevallen geulen die zich in oostelijke en noordelijk richting rond de onbegroeide zwarte en gele leem-heuvels slingeren. Het terrein wordt onregelmatiger als we de wash in westelijke richting volgen. Bij het beklimmen van de door geselregens pokdalig geworden kale heuvels zien we dat er in noordelijk richting geen eind komt aan de badlands. Kleurrijke rijen heuvels die doorsneden worden door de Hunter Wash, Alamo Wash en Willow Wash.

Water is de regisseur 

De omringende modderheuvels dempen het zacht ploffend geluid dat onze schoenen maken terwijl we de wash in westelijke richting volgen. De voetstappen die we in de opgedroogde watergeulen achterlaten mogen dan aardig zijn om te fotograferen, ze verstoren echter wel mijn illusie van een onberoerde aarde. En daarom vervolgen we zigzaggend onze weg rondom stugge graspollen en afgebrokkelde stukken rots. Deze manoeuvres zijn er verantwoordelijk voor dat niet alleen de stilte uit haar slaap wordt gewekt, maar ook wordt de woestijn-gebonden dagdromerij van een bruin-grijze hagedis met felblauwe buik zo verstoord dat hij verschrikt een goed heenkomen zoekt onder een grote steen.
 

Elke bocht in de wash zorgt voor een verrassing. Links en rechts ervan liggen modderheuvels die zo fotogeniek zijn dat ik ze van alle kanten wil fotograferen. Onaardse vormen en kleuren die we in Nederland nog nooit gezien hebben dienen als achtergrond voor hoodoos die besloten lijken te hebben dat ze hier solitair willen staan. Alle aandacht willen en zullen ze krijgen. Op de randen van hogere bruine en rood-bruine heuvels waar de erosie ervoor zorgt dat groepjes modderfiguren zich aan elkaar lijken vast te klampen om niet naar beneden te vallen. Dat dit uiteindelijk na een fikse stortbui toch gebeurt bewijst eens te meer dat de regie in handen is van water. Tja, “onder druk wordt alles vloeibaar” is een vaak gehoorde uitspraak. We zijn er ons van bewust dat het lopen in een wash niet zonder gevaar is. De hoge modderwanden aan een kant van de wash geven aan hoe hoog het water tijdens flash-floods kan komen. Uitkijken naar een plek waar je jezelf in veiligheid kunt brengen hoort bij hiken in de desert. Slecht weer verder weg in de bergen kan zo’n flash-flood veroorzaken. Een strakblauwe lucht op deze plek is geen garantie dat je geen gevaar loopt. We lezen en horen de waarschuwingen telkens weer. Wanneer je een dof-rommelend geluid hoort, dan moet je bliksemsnel de wash uit. De flash-flood wacht niet totdat je eindelijk een veilige plek gaat zoeken. 

Hoodoos

Fotogeniek zijn deze ‘Einzelgänger’ zeker. Elke wit-gebleekte modderklomp met zijn grote rood-bruine hoofddeksel krijgt alle aandacht. Geen van hen ziet er strijdlustig of onverzettelijk uit. Waarschijnlijk verwonderen ze zichzelf net zo over hun bestaan als de twee bezoekers die hen vandaag voor het eerst zien. Het is zoals het is. Morgen kan het anders zijn.

Morgen … of op een andere morgen, als de moessonregens korte metten hebben gemaakt met de nu nog uitgedroogde brede moddersokkels. Dan vinden de ineens functieloos geworden grote hoeden als gewone rotsblokken een plek op aarde. Maar vandaag lijkt vooral een van hen vanonder zijn grote cowboyhoed zijn modderhand voor de mond te houden. Hush …

Epiloog

Als we later in de middag door de wash weer terug hiken naar de plek vanwaar we zijn gestart lijkt er een bepaalde loomheid in de dag te zijn geslopen. De temperatuur is nog steeds hoog en het felle licht zorgt ervoor dat de zelfs meest mobiele zandkorrel lui op zijn plaats blijft liggen. En dan ineens zie ik de felrode Indian Paintbrush (Castilleja) staan. Eén struikje vuur zorgt er subiet voor dat binnen een cirkel van 50 meter het landschap een andere uitstraling krijgt. Er bestaan meer dan 200 soorten Indian Paintbrush en ze zijn er in diverse kleuren, maar er is er maar één die bij mij een waar shockeffect teweeg brengt. Volgens mij is het de Desert Indian Paintbrush en volgens mij weet de plant ook heel goed welke invloed ze op mij heeft. Ze heeft er in elk geval voor gezorgd dat haar warmrode vuur een belangrijke plek heeft gekregen in het tweeluik ‘Cracked Rhythm’.
Door de naam De-Na-Zin hier als Epiloog te vertalen (de nazin) geef ik de natuur het laatste woord en rond ik hiermee het eerste gedeelte van dit Omwegen-verhaal af.

  

Angel Peak

Na het bezoek aan De-Na-Zin hebben we nog geen zin om al een eind aan deze dag te breien. Naar Bloomfield rijdend zien we aan de rechterkant van de weg een klein bordje waarop staat aangeven dat de erbij behorende gravelweg naar Angel Peak leidt. Aangezien de zon pas tegen 20.30 uur ondergaat en we toch al een bed hebben in Farmington …

… rijden we de 6 mijl lange kronkelende rim road op, stoppen -tig keren om foto’s te maken, proberen vergeefs op een paar plaatsen af te dalen in de canyon en beperken ons vandaag maar tot het bekijken van het gelaagde ruwe landschap vanaf de rim. Want dat we hier graag nog een keer terug willen komen, dat mag wel duidelijk zijn. De kers op de taart is uiteraard de engel die ons aan het eind van de gravelweg met gespreide vleugels opwacht.
 

Ah-Shi-Sle-Pah

Het is eind september 2019, tien jaar nadat we De-Na-Zin en Angel Peak in het voorjaar van 2009 bezochten.
We zijn op weg naar Ah-Shi-Sle-Pah Wilderness Study Area (WSA) en indien mogelijk gaan we daarna  nog door naar Chaco Canyon. Omdat we geen duidelijke en actuele informatie hebben over de plek waar we heen willen, stoppen we in Bloomfield eerst bij het Visitor Center. Met de informatie die we daar krijgen kunnen we al iets beter uit de voeten, maar we zijn ervan overtuigd dat we toch beter aan locals kunnen vragen wat de best berijdbare dirt road is. We rijden op goed geluk 40 mijl in zuidelijke richting over Highway 550 en stoppen ter hoogte van Nageezi bij een gebouwtje langs de weg dat een postkantoortje blijkt te zijn. Thei gaat naar binnen om daar voor meer informatie te vragen. De postbeambte kan hem niet meer vertellen over Ah-Shi-Sle-Pah dan wat we al weten, maar ze vraagt hem wel of zij een selfie van hun beiden mag maken. Ze doet dit verzoek aan elke onbekende persoon die toevallig bij het postkantoortje stopt en al die foto’s hangt ze daar trots aan de wand. 

Terwijl we in de auto overleggen wat we zullen doen komen er twee auto’s aanrijden waarvan de inzittenden samen via de openstaande raampjes een kletspraatje maken. We wagen het erop om aan de Indiaanse inzittenden te vragen of we via de naast het postkantoor gelegen dirt road Ah-Shi-Sle-Pah kunnen bereiken. Eerst willen ze weten wat we precies komen doen en dan zijn ze zelfs heel bereidwillig om ons de weg te wijzen. Een dame maakt een duidelijke schets hoe we er moeten komen. En stiekem vertelt ze er ook nog bij dat we via deze weg veel beter naar Chaco Canyon kunnen gaan. De officiële weg erheen is héél slecht. Er staat dan wel op een groot bord aangegeven dat de weg naast het postkantoortje niet naar Chaco Canyon leidt, maar die waarschuwing is alleen bedoeld om de vele toeristen bij de huizen van de Indianen vandaan te houden.

Zand, modder en zachte leisteen

Dank zij hun aanwijzingen rijden we de eerste paar mijl over asfalt en de resterende 13 mijl deels over gravel, deels over rul zand waar de auto geregeld een schuiver op maakt. We houden de mijlen-teller goed in de gaten, rijden dan rechtsaf een dirt road in en parkeren de auto op een plek waar een bordje aangeeft dat we Ah-Shi-Sle-Pah hebben bereikt. Vlak land zover het oog reikt.
Dat het oog niet ver genoeg reikt merken we als we uitgestapt zijn en een halve mijl in de richting van de horizon lopen. Het pad is alleen voor voetgangers toegankelijk en leidt naar een hek dat de grens van de Wilderness Study Area (WSA) markeert. En daar verandert het landschap als bij toverslag. De overgang van het eentonige met stug gras en korte struikjes begroeide vlakke land naar het volledig onbegroeide gebied is spectaculair. Voornamelijk bestaande uit veelkleurige kleiachtige heuvels met hoodoos op verspreide locaties in westelijke en noordoostelijke richting. Het abrupte hoogteverschil tussen de plek op de rim, waar wij staan en de bodem van de ravijnen tussen de goudgele heuvels is zeker 25 meter.

Caprocks en cowboyhoeden

Ah-Shi-Sle-Pah Wilderness Study Area (WSA) is een ca. 26 km² groot, weinig bekend gebied van badlands  met glooiende, door de inwerking van water uitgesleten kleiachtige heuvels en verbazingwekkende geërodeerde rotsen in het noordwesten van New Mexico. Een deel van deze high desert maakt deel uit van het Navajo Indian Reservation en andere gebieden worden gebruikt voor olie- en gasboringen, maar het grootste deel is ongerept land. De Ah-Shi-Sle-Pah wash is een geul die door een brede, kale vallei loopt, maar in het noorden en zuiden wordt omzoomd door een strook geërodeerde kliffen, ravijnen en badlands. Het is een schilderachtig landschap van heuvels, hoodoos, caprocks en veel versteende nog steeds rechtop staande boomresten. En dat alles in een grote verscheidenheid aan kleuren. Zoals het bruin-oker van de badlands, geel-oranje van sommige hoodoos, grijswit van de modderheuvels langs de vallei, het diepzwart van de badlands hogerop en van de verspreide steenkoollagen dichter bij de wash. Water is schaars in dit gebied waardoor de spaarzame vegetatie van sagebrush, pínon-jeneverbes en hard gras de geologische formaties amper weet te verbergen. Naast versteend hout is Ah-Shi-Sle-Pah rijk aan dierlijke fossielen. In de afgelopen honderd jaar zijn hier veel botten van dinosauriërs gevonden en sommige kunnen nog steeds ter plaatse worden bekeken.

Stetson or stone

Hoodoos en caprocks komen vooral voor in woestijnachtige droge, hete gebieden. Het zijn zandstenen pilaren die zijn ontstaan door wind- en watererosie en door de inwerking van vorst en ijs. Vaak liggen bovenop deze pilaren hardere, minder snel wegslijtende dekstenen, die lijken op petten, deftige hoofddeksels of cowboyhoeden. Onze westernhoeden zijn geen dure Stetsons. Tijdens een van onze eerste reizen door de Southwest kochten we onze hoeden voor amper $ 35,00 bij een soort ‘Boerenbond’ in Carlsbad. Ze functioneren als onze zonnebrillen, kunnen opgerold het koffer in en zijn vuil- en vochtresistent. Kortom … ideaal.

We kiezen ervoor om de westelijke route de lopen, maar wijken daar gelijk vanaf als we in diepte een paar héél interessante hoodoos zien staan, waar we toch écht niet zomaar aan voorbij kunnen lopen. Zoals gewoonlijk vindt er geen discussie plaats over het feit dat we vandaag toch ook nog andere plannen hadden. We dalen af en zwerven voor het grootste deel van de dag door de goud-gele heuvels en de diep doorgroefde canyons. Hoodoos in alle vormen, maten en kleuren hebben hun voordeligste poses ingenomen zodat ze niet door de spaarzame bezoekers over het hoofd zullen worden gezien. En wij doen dat zeker niet.

Nee, wacht even Thei, dit exemplaar wil ik ook op deze manier op de foto vastleggen. Vanaf deze kant ziet je door dat gat nog een beetje blauwe lucht. Deze lijkt te zingen, die houdt de boel in de gaten en dat lijken wel pelgrims of vluchtelingen. En als je die daar plat op je rug liggend fotografeert … wow.
We lopen, klimmen en dalen, we lopen verder en verbazen ons over alles wat we zien. De ervaringen tijdens eerdere reizen hebben ons geleerd om ons goed te oriënteren en waar mogelijk b.v. gestapelde steenzuiltjes te maken om de weg terug te vinden. De wit-gebleekte wervels, schouderbladen en beenbotten die we op de bodem van de canyon vinden zijn zeker geen menselijke resten, maar de aanblik ervan helpt ons wel om alert te blijven. Pas tegen drie uur maken we aanstalten om terug te gaan naar de auto en tevens te constateren dat van ons voornemen om alleen een korte wandeling over de rim te maken en daarna door te rijden naar Chaco Canyon, niets  is terecht gekomen.
Aangezien we van Ah-Shi-Sle-Pah maar een heel klein gedeelte hebben gezien, plannen we zowel dit wonderschone gebied als Chaco Canyon gelijk in voor een volgende reis.

*) OMWEGEN-29 verschijnt op 1 september 2022

Buitenstaanders

Het zijn bewegende reflecties,
want spiegels werken immers zo,
van eenlingen die
hun solidariteit verdubbelen
als de dag op zijn tenen loopt. 

Het zijn slechts mijn voetstappen die
als buitenstaanders
lichtvoetig afscheid nemen
van zogenaamde kostbare tijd
en met mij mee op reis gaan.