WHITE POCKET : Grillig en bizar

Het Paria Plateau is het centrale deel van Vermillion Cliffs National Monument; een afgelegen, zanderig gebied van 20 x 20 mijl groot, begrensd door Buckskin Gulch en de Paria River in het noorden, de kliffen in het oosten en zuiden, en House Rock Valley in het westen. Sommige delen zijn vlak, andere licht glooiend, en het gebied wordt alleen doorkruist door ruige paden, waarvan de meeste een 4WD-voertuig vereisen vanwege lange stukken diep, zacht zand.
Verspreid over een uitgestrekt en merendeels saai gebied liggen talloze kleine ontsluitingen van onderliggend Navajo-zandsteen, waar erosie voor een grote variatie zorgt in vormen, figuren en patronen in   eindeloos veel schakeringen van wit, rood en andere tinten.

Waarom wordt White Pocket zo genoemd?

White Pocket is een erg afgelegen gedeelte van Vermillion Cliffs Paria Wilderness National Monument. Een gebied van pokdalig versteende zandsteen in voornamelijk witte en oranjerode kleuren, gelardeerd met  kronkels, draaiingen en grillig golvende lijnen in wit, geel, rood, oranje en roze. Met gaten en kuilen die bekkens (pockets) vormen waar water in blijft staan, met uitsteeksels en vreemde bulten die eruit zien als hersenen, vuilwitte kappen en uitstulpingen met veelhoekige breuklijnen. Zelf maak ik de vergelijking met de doorstikte pockets van een donzen dekbed met blok- of cassettestiksel.
Dit bizarre landschap slaat niet alleen bezoekers zoals wij met stomheid maar ook geologen. Er wordt van de veronderstelling uitgegaan dat tijdens aardbevingen de toen nog zachte zandsteenlagen werden vervormd, voordat ze 100 miljoen jaar onder de oceaan begraven werden en onder invloed van de enorme hitte en druk versteenden.


Over het algemeen wordt aangenomen dat White Pocket zijn naam heeft gekregen vanwege de dominante aanwezigheid van de witte en lichtgrijze gekleurde zandsteen en ‘Pocket’ vanwege de vele waterbekkens. Maar het woord Pocket heeft meerdere betekenissen en met name de Engelse aanduiding ‘a small patch of something’ heeft vooral betrekking op White Pocket. Het voorbeeld dat vaak wordt gebruikt is een tuin waar op sommige plekken nog lang oude sneeuw blijft liggen. En omdat White Pocket een geïsoleerd en relatief klein stuk land is dat duidelijk verschilt van zijn omgeving, wordt deze interpretatie als meest treffend beschouwd. Met een oppervlakte van een vierkante mijl maakt het onderdeel uit van een groter zandstenen plateau met vlakke top en steile wanden (zogenaamde Mesa). Het plateau bestaat uit zandvlaktes die spaarzaam begroeid zijn met struiken en kleine bomen.
Deze voorinformatie over het gebied hebben we niet als we op maandag 4 mei 2009 vanuit ons motel in Big Water  naar het punt rijden waar we met fotograaf Terry Alderman hebben afgesproken om een tour met hem naar White Pocket te maken. Door de jaren heen hebben we afgeleerd om ons een voorstelling te maken van wat er ons te wachten staat. Eigen ervaringen kleuren de werkelijkheid immers veel intenser.
Ongeveer halverwege Big Water en Kanab rijden we House Rock Valley Road in, de dirt road die we kennen van een aantal jaren geleden toen we voor de eerste keer naar The Wave gingen. The Wave is een gebied in de Vermillion Cliffs dat inmiddels wereldfaam heeft gekregen. Hoewel nog niet zo erg veel mensen weten waar zich dit gebied precies bevindt, herkennen ze foto’s ervan allemaal. Vooral veel fotografen zijn er geweest of willen er (weer) graag naar toe. Via een loterij-systeem kunnen maximaal 20 personen (10 via Internet en 10 via de loterij in het Vistor Center van Kanab) per dag een permit krijgen om in dit gebied te worden toegelaten. De 14 mijl lange dirt road naar de plek waar de hike ernaartoe start is geen makkie. Als het geregend heeft, zit je binnen honderd meter vast in de modder.

Cross country en katzwijm

Het gebied waar we vandaag naartoe gaan ligt nog verder weg. Ook daar hebben we een permit voor nodig, maar deze permits worden alleen verstrekt aan gidsen en fotografen zoals Terry Alderman, die slechts met heel kleine groepen naar het gebied mogen trekken. 

We ontmoeten Terry Alderman en nog twee Belgische toeristen uit Maaseik die ook meegaan naar White Pocket op de afgesproken plek. Omdat Terry nog geen officiële permit van het Bureau of Land Management heeft gekregen voor deze trip wil hij niet dat we hem (de $ 90,- p.p.) al vooruit betalen. Het kan zijn dat we, vanwege het ontbreken van deze permit, door Rangers worden aangehouden en teruggestuurd.  

We hobbelen over de House Rock Valley Road, voorbij het startpunt naar The Wave, steeds verder de wildernis in. Na ongeveer 20 mijl slaan we linksaf richting Corral Valley en volgen deze weg voor ruim 3 mijl totdat we op een kruising weer linksaf gaan en vervolgens ca. 5,5 mijl in noordoostelijke richting rijden. Na de volgende kruising, dit is Poverty Flat Ranch, blijven we in dezelfde richting rijden. 

Dan belanden we in een ongemakkelijk terrein van rul zand waar we zonder te stoppen een flinke helling op moeten rijden. Om meer grip te krijgen op het losse zand laat Terry de banden half leeg lopen. Stoppen betekent dat hij de auto vervolgens niet meer voor- of achteruit kan krijgen. Alles gaat gelukkig goed. De auto slipt en glijdt maar we bereiken de top zonder mankeren. Daarna rijden we nog een uur oostwaarts, zuidwaarts, noordwaarts, en weer naar het oosten. 

Nadat we gedurende twee uur – ongeveer 33 mijl – dooreengeschud zijn (een gratis chiropractische behandeling) maken we een pause. Tijdens een kop koffie vertelt Terry ons dat we bij de rotsen, links op de heuvel, al proef kunnen draaien met fotograferen.Met de camera in aanslag lopen we de heuvel op naar de van beneden af zichtbare rotsen, die er op het eerste gezicht niet echt bijzonder uitzien. Boven gekomen vallen we bijna in katzwijm.

Bladerdeeg

De eerste rots met zijn neus en grote oog ziet eruit als de bewaker van de rotspartij die verder doorloopt dan  we verwachten. De groep rotsen is opgebouwd uit uiterst dunne, bladerdeeg-achtige lagen zandsteen met onregelmatig richels en dikkere randen, met korsten, inkepingen, gaten en patronen. Het onderste gedeelte van de rotsen is beige-bruin-oranje van kleur, terwijl de bovenste gedeeltes veel dieper oranje zijn. Hoe verder we het gebied inlopen, hoe extremer de vormen en kleuren worden. Sprakeloos vergapen we ons en vragen ons af wat ons vandaag nog meer te wachten staat als dit alleen al het amuuske is.
Terry grijnst voldaan als hij ziet hoe we op deze plek al bijna een uur lang fanatiek foto’s maken. Hij wenkt ons om in te stappen zodat we verder kunnen rijden naar het highlight van vandaag. Een hek aan het einde van de dirt road geeft aan dat we daar zijn aangekomen. Terry parkeert de auto op een vlak stuk land en geeft ons vervolgens alle tijd en ruimte om het gebied te gaan verkennen.

OUT OF THE ASHES

Even alleen met het landschap 

We lopen een paar honderd meter en worden dan met iets geconfronteerd dat zijn weerga niet kent. De eerste tien minuten blijven we op een kluitje staan, niet in staat om in woorden uit te drukken wat we zien. Dan breken we los. Terwijl Terry in eerste instantie bij de auto achterblijft, zwermen wij alle vier een andere richting uit. Het lijkt erop alsof geen van ons zijn eerste indrukken met een ander wil delen. Even alleen zijn met het bizarre landschap dat elke opkomende gedachte uitnodigt om mee te bewegen met elke golvende lijn.

Grillig en bizar

Na de eerste aarzelingen klauter ik enthousiast van de ene rots op de andere. Mijn nieuwsgierigheid volgt de kleurige golvende richels, elke vorm die ik tegenkom krijgt aandacht en wordt gefotografeerd. Mijn gretigheid lokt me steeds dieper het gebied in.

Waanzin!

Hoe is het in godsnaam mogelijk dat zo’n landschap is ontstaan. Welke kracht heeft deze vormen in elkaar geknutseld. De reden dat we graag met Terry Alderman een tocht wilden maken naar een moeilijk gebied begrijpen we wel, maar waarom moesten we in dit gebied terecht komen? Wat wil dit gebied ons duidelijk maken?Het amuuske bracht ons al zoveel meer dan we verwachtten. En nu dit…

SIPAPU BRIDGE

Net als in Secret Canyon vertelt dit wit-grijze-oranje gebied een niet eerder gehoord verhaal. In mijn eentje loop ik achter mijn behoefte aan om de lijnen, de lagen, de golven en de wervelingen onder mijn voeten te voelen. De witte dikke kussens met de scherpe inkepingen lijken uitvergrotingen van een donzen dekbed. Ze  lijken van afstand gemakkelijk te beklimmen. De werkelijkheid is anders. Rotsen zijn in allerlei vormen gemodelleerd. De figuren en kleuren die ik in de rotsen ontdek voorzien mijn fantasie van voedsel. Sommige  figuren zijn lieflijk, anderen staren nors voor zich uit en weer anderen zien er zelfs bedreigend uit. Het hele gebied is grillig en bizar.

Rotsen en richels

Na ongeveer een uur kom ik Terry tegen die me vraagt of ik er aan gedacht heb om water mee te nemen. Kijkt hij dwars door mij heen of weet hij uit ervaring dat de mensen die met hem op stap gaan in dit gebied, alles om zich heen vergeten behalve dát wat het allerbelangrijkste is … water. Tja, mijn zorgeloze ziel heeft weliswaar gezorgd heeft dat Thei’s rugzak gevuld is met veel water, maar in de mijne is geen druppel te vinden. Ik antwoord hem dat ik tot nu toe geen dorst heb gehad, maar áls dat gebeurt dan verwacht ik dat – zoals als dat al zo vaak is voorgekomen – ‘de waterdrager’ op cruciale momenten ineens voor mijn neus staat. “Kijk maar, daar is hij al” zeg ik en wijs naar een rots ver boven ons waar Thei ineens tevoorschijn komt. Ik zwaai, maak een drinkgebaar een korte tijd later offreert mijn grote vriend en reisgenoot het levensreddende water uit zijn rugzak.

Ruim drie uur struinen de vier toeristen rond, knijpen hun ogen tot spleetjes en kijken … kijken … kijken en laten hun camera’s werken. Terry fotografeert op zijn eigen manier. Bedachtzaam, wachtend totdat hij de juiste belichting te pakken heeft. Hij is hier al zo vaak geweest. Hij kan immers morgen alweer terugkomen als zijn foto’s niet de perfectie hebben die hij graag wenst. De sluiters van onze camera’s werken continu. Wíj weten tenslotte niet of we hier nog ooit terug zullen komen. Het moet gewoon nú gebeuren en geen van ons lijkt een punt van verzadiging te bereiken. 

Een gouden toetje

Als Terry er ons laat in de middag op attent maakt dat we ons op moeten gaan maken voor de terugtocht, vraagt Thei nog om een extra kwartiertje. Hij heeft een prachtig gedeelte ontdekt dat grotendeels geel van kleur is. Terry en de Belgen zijn voldaan en gaan al terug naar de auto. Thei sleept me mee en wij genieten van het onverwachte gouden ‘toetje’.

House Rock Valley Road

Na dat extra kwartier melden we ons helemaal happy bij de auto. We worden weer danig door elkaar geschud gedurende de ruim twee uur durende terugrit, maar de ongemakken deren ons geen van allen. Als we aan Terry vragen om op de House Rock Valley Road nog kort te stoppen om de heuvels met zijn kleurrijke banden, randen en lijnen te fotograferen, die in de ochtenduren verborgen blijven achter een grijs waas, dan zijn we helemaal happy. Doodmoe, maar zielstevreden bereiken we de plek vanwaar we vanmorgen vertrokken voor een ontdekkingstocht naar een weergaloos mooi gebied. Een welgemeend ‘Chapeau’ voor Terry die ons op zijn manier met het bizarre gebied van White Pocket heeft laten kennismaken.

Terry is niet meer

In het voorjaar van 2016 arriveren we andermaal voor een paar dagen in Kanab. Onder meer omdat we met Terry Alderman weer een afspraak willen maken voor een andere foto-tocht. Geheel ontgoocheld zijn we als een van de Rangers in het Visitor Center ons verteld dat Terry een maand geleden is overleden. Het is erg jammer dat we niet nog eens met hem op pad kunnen gaan. Maar terugkijkend, zijn we dankbaar voor de ervaringen tijdens de dag dat hij ons meenam naar White Pocket. We hopen dat hij nu samen met de engelen in de Mormonen-hemel fotoshoots aan het maken is.  

*) Omwegen-26 verschijnt op 15 april 2022

Beweging

Terwijl de zon gouden gaten schildert
in een gelaagde taart van steen
en gestold golvend geweld,
perst de wervelende wind
emoties tot een melodie
die mijn stille stem meeneemt
in een gestage stroom
inspirerende woorden.

VISION QUEST