COAL MINE CANYON : The hike

Coal Mine Canyon staat bekend als haa’hon’ooji’ bij lokale Navajo’s, waarmee ze de grillige hoodoos en kliffen van de canyon beschrijven. De Engelse naam verwijst naar een korte mijngeschiedenis, toen Amerikaanse kolonisten er eind 1800 steenkool probeerden te delven.
Geen idee waarom Coal Mine Canyon zo’n enorme aantrekkingskracht op ons heeft. De Grand Canyon en Bryce Canyon zijn veel groter en in de ogen van andere mensen misschien veel spectaculairder. Een klein zwart-wit fotootje dat we in 2005 in een Navajo nieuwsblad zagen wekte onze belangstelling voor Coal Mine Canyon, maar er werd niet bij vermeld waar de canyon zich bevond. Misschien kenden de mensen bij wie we navraag deden de canyon echt niet of ze wisten niet wáár hij precies lag. De mogelijkheid bestond ook dat er geen informatie werd verstrekt omdat het een no-go area was voor niet-Indianen. Dan maar zelf op zoek gaan? Maar, waar te beginnen?

In 2007 vonden we Coal Mine Canyon toch. Toeval? Merkten de mensen aan wie we om inlichtingen vroegen dat we onze zoektocht toch niet op zouden geven? Of was de tijd gewoon rijp voor een ontmoeting met deze weirde wildernis?
Het bleef niet bij een enkel bezoek. Elke hike die we sindsdien over de hoefijzervormige rim van Coal Mine Canyon maakten zorgde niet alleen voor onvergetelijke ervaringen, maar ook ontstond de behoefte om de canyon beter te leren kennen en alles wat we in de diepte en in de verte zagen van dichterbij gaan bekijken. We wilden graag meer dan alleen de fascinerende rafelige randen van bovenaf bekijken. Helaas strandden onze pogingen om naar de bodem af te dalen al na tien meter. Een stap verder zou ons weliswaar op de bodem hebben doen belanden, maar het leek niet waarschijnlijk dat we de val zouden overleven. 

Tot in 2019 …

Op Internet lazen we dat Hopi en Navajo indianen een gat in de markt hadden ontdekt. Inwoners van beide Reservations die elke vierkante centimeter van hun gebied kennen, bieden tegenwoordig hun diensten als gids aan aan diegene die belangstelling heeft voor een tocht van een dag of dagdeel naar o.m. Coal Mine Canyon en Blue Canyon. 

Al heel vroeg in het voorjaar van 2019 vroegen we per mail aan Gary Tso, de ’left-handed hunter’ – die bekend staat als de beste guide voor tochten naar Coal Mine Canyon, Blue Canyon en de Hopi villages – of hij begin oktober ook onze gids wilde zijn. In onze mail legden we uit dat we al een aantal keren de rim van Coal Mine Canyon had verkend en dat we graag een keer de canyon in zouden willen gaan. We schreven in januari, maart, mei en in augustus. We kregen geen enkele reactie.

UNTOLD STORIES

In dezelfde tijd kregen we andermaal contact met de chief editor Robert Stieve van Arizona Highways, het prachtige tijdschrift waar we alle vele jaren op zijn geabonneerd. We misten een paar afleveringen en hadden daarvan, zoals werd aangegeven, melding gemaakt bij de hoofdredacteur. Omdat we altijd zeer geïnteresseerd de verslagen van zijn zwerftochten lezen die in het tijdschrift worden gepubliceerd, vroegen wij hem in onze mail of hij ooit in Coal Mine Canyon was geweest en of hij Gary Tso, de ‘left-handed hunter’ misschien kende.
Robert Stieve zorgde er niet alleen voor dat de missing issues snel naar ons toe werden gestuurd, maar we ontvingen ook een c.c. van het mailtje dat hij naar Gary Tso had gestuurd, waarin hij hem verzocht om snel contact met ons op te nemen. Helaas, ook de aansporing van de chief editor hielp niet. 

MUSIC IN MY MIND

Tijdens de laatste week van onze vakantie reden we vanuit Gallup via Window Rock en Second Mesa naar Tuba City, waar we voor twee nachten een kamer hadden gereserveerd. Het was de bedoeling om eerst in het motel in te checken en vervolgens pas laat in de middag naar Coal Mine Canyon te rijden om foto’s tijdens ‘Alpenglow’ te maken. Het lukte ons niet om, komend vanuit Second Mesa, gewoon aan de dirt road voorbij te rijden waar we gewoonlijk het land inrijden om aan de rim te komen. We móésten al even voorproeven. En dat proeven duurde lang genoeg om te kunnen profiteren van het late zonlicht. Drie jaar geleden waren we hier voor het laatst en het verweringsproces was aan sommige markante rotsen goed te zien. De toegang tot het meest rechtse gedeelte van de rim was met prikkeldraad afgezet. Waarschijnlijk omdat het te gevaarlijk was geworden vanwege recente afbrokkelingen en instortingen. Teruglopend naar de plek waar we gestart waren ontdekten we ineens een aantal dunne paaltjes die met touwen met elkaar verbonden waren. Onze harten sloegen op hol …
En meteen besloten we om de volgende morgen – dan maar zonder ‘the left-handed hunter’ – te gaan proberen of we via deze paaltjes met touwen heelhuids een stuk verder naar beneden zouden kunnen komen.

De volgende dag

Ons gezond verstand zorgt ervoor dat we – zelfs vandaag niet – ongewassen en zonder ontbijt op pad gaan. Het ochtendritueel is minstens zo belangrijk als het vullen van de rugzakken met alles wat we nodig hebben. Water, proviand, camera’s, volle accu’s, extra SD’s kaartjes en een pleister voor het geval dat … en ‘off we go’. Binnen een half uur staan we op de rim van Coal Mine Canyon te genieten van de ochtendzon die niet alleen de pieken, pinnacles en op afbreken staande rotspartijen belicht, maar ook dát gedeelte in de canyon waar we zo nieuwsgierig naar zijn.  

We zijn niet de enige bezoekers. Een jong Zwitsers echtpaar staat foto’s te maken en voelt zich enigszins ongemakkelijk. De jonge mensen denken dat ze hier zonder permit niet mogen komen. Zoals het ons jaren geleden verging, is het ook hen tot nu toe niet duidelijk geworden hoe en waar ze zo’n permit kunnen aanschaffen. Als wij vertellen hoe wij hier in 2007 voor het eerst terecht zijn gekomen en blijven terugkomen, durven ze iets meer over zichzelf te vertellen. Tijdens het uitwisselen van die persoonlijke informatie horen we ook dat de jongeman ‘Bergsteiger’ is, maar dat hij er niet aan denkt om in deze ‘brüchige’ canyon af te dalen. Wel, wij zijn dappere onnozele halzen. Wij doen dat wel.

De ijzeren palen wiebelen gevaarlijk en van de daaraan bengelende dubbele touwen is een deel al zover doorgesleten dat we daar niet met ons gehele gewicht aan durven te gaan hangen. De eerste steile afdaling komen we echter zonder kleerscheuren door. De volgende fase van de afdaling bestaat uit het volgen van geitenpaadjes of een mindere versie ervan. Dat ik dit ondanks mijn hoogtevrees doe mag wel in de annalen worden bijgeschreven. Op plekken waar de smalle paadjes zichtbaar zijn kunnen we veilig stilstaan en foto’s maken. Verder is het gewoon erg goed opletten. Een verkeerde stap en je ligt beneden. We dalen, stijgen, klauteren verder en op sommige plekken moeten we ons gewoon een heel stuk naar beneden laten glijden. Over de terugtocht maken we ons nog geen zorgen. 

Wat zien we in de canyon

Bros, broos, brokkelig en breekbaar. Dat is het ene gezicht van dit ruige gebied. Tegelijkertijd verdedigt Coal Mine Canyon nadrukkelijk haar vergankelijkheid met scherpe spitsen en priemende pieken, wetend dat ze daarmee bezoekers afschrikt en op afstand houdt. Dát is haar bij ons in elk geval niet gelukt. Integendeel. Naast het gevaar om tijdens de hike een doodsmak te maken, zien we voornamelijk de schoonheid van de talrijke platte vin-achtige kliffen die als lasagne-bladen dicht naast elkaar staan opgesteld en de vele karakteristieke rotspartijen en hoodoos die in de loop van de jaren van ons al een passende titel hebben gekregen.

WHERE SECRETS MEET-1-2-3-4-5

Zoals het koppel, de koning en de koningin, de samurai en zijn knecht, het mooswief, grumpy, de proetjschmoel, de waakhond, jut en jul, nieuwsgierig Aagje, Lot de zoutpilaar, het orgel, de dame met de shawl, de dame van Elche met haar gevolg, de kapitein, de rijen bewakers en niet te vergeten de mysterieuze witte dame die de hele boel in de gaten lijkt te houden. 

Evenals de in de verte gelegen piramidevormige heuvels die getooid met kanten hoepelrokken over de bodem van de canyon lijken te wervelen. Zou het mogelijk zijn om deze dansende heuvels met hun ruisende rokken vandaag van iets dichterbij te bekijken? De grootsheid proeven van deze fascinerende canyon die zoveel moeite doet om te verhinderen dat je te dichtbij komt. 

Sinkhole

Als we ineens voor een gigantisch groot komvormig en door flash floods uitgesleten gat komen te staan – een zogenaamd sinkhole – waarvan we de diepte op ongeveer tien meter inschatten, zijn we genoodzaakt een heel eind terug te klimmen en een andere doorgang te zoeken. We brengen herkenningstekens aan om onze weg terug te kunnen vinden en proberen of we via een andere kloof verder kunnen komen. Dat lukt en we verheugen ons al op het feit dat we de bodem van de canyon – het door ons veronderstelde enigszins ‘vlakkere’ deel dat we op onze foto’s zien – al snel zullen bereiken. Dat genoegen wordt ons echter niet gegund. Op een cruciaal punt waar we er wél een glimp van hopen op te kunnen vangen, wordt de doorgang geblokkeerd door gigantische stukken afgebroken rots. Dat Coal Mine Canyon zo snel verweert heeft te maken met de toplaag van zandsteen. Die verpulverd al als je een stuk in je handen pakt. Dat merken we ook bij het klauteren over blokkades van stenen. Ze verbrokkelen, glijden weg en maken een terugweg vaak onmogelijk. Bij het omhoog kijken naar al die rotsachtige ‘pilaren’ zien we de grote barsten die we vanaf de rim ook kunnen waarnemen. Alleen torenen deze pilaren nu wel recht boven ons uit. Het is gewoon een kwestie van (korte) tijd tot er weer een groot stuk rots afbreekt en zich van een ligplaats op of in de buurt van de canyon-bodem verzekert. Je hebt gewoon mazzel als je niet net zo’n brok op je hoofd krijgt. Wel, niemand sterft voor zijn tijd en wij gaan ervan uit dat voor ons de tijd van heengaan nog niet is aangebroken.

De klim omhoog

De terugtocht is erg zwaar. Halverwege raken we, ondanks dat we onze route hebben gemarkeerd, toch de weg kwijt. Het duurt een hele tijd voordat we in de gaten hebben dat we de verkeerde kloof in zijn geklommen. We zien geen voetstappen, we klauteren een andere kloof in, zien weer geen voetstappen en als we ze wel zien dan hebben we ze zelf net gemaakt. We zien de bui al hangen. Weer verdwaald … ? Net als tijdens onze hike naar the Wave in 2005? 

Gelukkig herkent Thei ineens de steile helling waar we ons vanmorgen deels vanaf hebben laten glijden. Omhoog klimmen is geen piece of cake. Om de twintig meter moeten we stilstaan, water drinken en op adem komen. Thei moet op sommige stukken eerst zijn eigen rugzak naar boven brengen, dan die van mij, daarna de camera’s en vervolgens ook nog zijn eega naar boven hijssen. Als we de stalen palen met de touwen bereiken hebben we de tuut volledig leeg. Met stukken en beetjes bereiken we uiteindelijk volledig kapot het vlakke gedeelte, tien meter onder de rim. En Thei, die altijd nog wel iets energie in reserve heeft, moet hier een kwartier van de benen af. Water op de handen, water op het hoofd en veel drinken zorgt ervoor dat we het laatste stuk van de laatste tocht omhoog ook nog redden. 

Met dank aan de rotsblokken

MY MEMORIES WON’T DIE

We komen veilig boven. Zittend op de betonnen picknick bankjes brengen we met een beker verse (Nes)café en cakejes van de Walmart ons energieniveau weer enigszins op peil. Nagenietend van de prestatie die we vandaag geleverd hebben, ofschoon we jammer genoeg de bodem en het hart van de canyon niet hebben bereikt. Nog niet!

Vanaf deze plek laten we onze ogen langs een aantal hoodoos en pinnacles dwalen, die tijdens de hike de afgelopen uren nog zo hoog boven ons uit torenden en we zijn er bijna zeker van dat we niet ver van dat hart verwijderd waren. Die laatste kolossale rotsblokken, die hadden er gewoon niet moeten liggen. Echter, wanneer we na onze reis via Google Earth luchtopnames van de canyon ontdekken die ons duidelijk maken dat de wereld er bovenaf ‘iets’ anders uitziet, dan zijn we die rotsblokken haast dankbaar dát ze er lagen. Ze hebben voorkomen dat we verder en verder de canyon in zouden zijn gelopen, hopend achter de volgende rots het hart van de canyon en de dansende heuvels met hun kanten hoepelrokken te vinden. En dat we, helemaal betoverd door alle schoons, de weg terug niet meer zouden hebben gevonden of te uitgeput zouden zijn geweest voor de klim omhoog. De in de canyon aanwezige ghosts zouden zich waarschijnlijk al verheugd in de botjes hebben gewreven over de aankomst van twee nieuwe ‘bewoners’.  

Lijnen – omkeren – vragen

Op een van de luchtopnames wordt met een rode lijn de hike over de rim aangeven. Áls er al bezoekers naar Coal Mine Canyon komen, dan gaan ze meestal niet verder dan dit punt. De blauwe lijn geeft aan tot waar wij zijn gekomen tijdens eerdere hikes. 

Dat wij niet de eerste hikers waren die probeerden de bodem van de canyon te bereiken laat de groene lijn zien. Op detailopnames kunnen we precies bekijken tot hoever we zijn gekomen. Waar de groene lijn ophoudt … daar moesten blijkbaar niet alleen wij omkeren. 

Wat zouden we gezien en beleefd hebben als Gary Tso ons op deze of op een andere plek mee de canyon had genomen? Was het de bedoeling dat we op eigen houtje naar beneden zouden gaan? En kregen we van de left-handed-hunter daarom nooit antwoord op onze mails?  

Momentje voor jezelf

Wanneer ik aangeef dat ik graag nog een half uurtje foto’s wil gaan maken vanaf de rim, geeft Thei aan dat hij mijn behoefte op dat moment niet deelt. Hij blijft op het bankje zitten en ik doe wat ik denk te moeten doen. Als ik tijdens deze korte zwerftocht regelmatig omkijk en zie dat zijn hoed steeds dieper naar beneden zakt, dan rek ik met een grote grijns de grenzen van dat halfuur fors op. Thei is blij dat hij zijn ogen even dicht heeft kunnen laten vallen en is weer zo fit als hoentje als ik me na de fotoshoot bij hem meld.

De achterkant

We verlaten Coal Mine Canyon … denken we.
Nu hij weer helemaal bij zijn positieven is stelt Thei voor om een aantal mijlen in de richting van Second Mesa te rijden. Hij heeft gisteren ergens een zijweg gezien …
We vinden de zijweg, we zien in de verte een huis staan, maar er staat nergens een bordje ‘go back – private property’. Dus we rijden de dirt road op. Tweemaal gaat Thei de auto uit om te controleren of de weg wel geschikt is voor onze auto. Hij vindt van wel. We rijden verder over de slingerende weg, door blauwe heuvels en zien dan ineens de contouren opdoemen van wat waarschijnlijk de zijkant of de achterkant van Coal Mine Canyon is. We rijden zover door als we denken dat het nog veilig is. De resterende afstand tot aan de rim leggen we te voet af. Het is spectaculair wat we hier te zien krijgen en staan met de mond vol tanden. Hadden we echt gedacht daar ergens op de bodem van de canyon te kunnen lopen vandaag? Hoe naïef zijn we eigenlijk? Het is lastig in te schatten hoe hoog we ons hier boven de bodem van de canyon bevinden. Omdat het uiteinde dan dit stuk van de canyon een ruime bocht maakt kunnen we zien dat de rim waar wij op staan eigenlijk boven de canyon hangt. Vergelijk het met een dun chocoladerandje dat een eindje over de rand van een taart uitsteekt. Het is natuurlijk een belachelijke idee, maar ik vraag me af wat er zou gebeuren als we samen ineens flink zouden beginnen te springen. We zijn behoorlijk onder de indruk van dit gedeelte van Coal Mine Canyon waar we zo onverwacht terecht zijn gekomen. Het is een ‘one of a kind’ ervaring.

Terug in ons motel bekijken we een gedetailleerde kaart van dit gebied en komen tot de conclusie dat we mogelijk ook via de dirt road, die naar de achterkant van Coal Mine Canyon leidt, met een echte 4×4 high clearance SUV ook naar Blue Canyon kunnen rijden. Met, en als het niet anders kan, zonder left-handed-hunter.

Als tijdens deze reis al niet eerder de wens was ontstaan om volgend jaar terug te komen naar the Southwest, dan wordt die hier en nu geboren.

*) OMWEGEN-15 verschijnt op 1 december 2020

Desert woman

some love the desert
some love the sea
I am a desert woman
the desert lives in me

Lees ook in Omwegen-7 het eerder verschenen verhaal: Coal Mine Canyon – Mooi rood
en bekijk het fotoboek THE CALL OF THE CANYON