CALHAN PAINT MINES : A touch of gold

Begint de reis die we in 2014 maken nu echt anders dan anders? Nee, niet echt. Maar aangezien onze planningen altijd al een hoog elastisch vermogen hebben, verwachten we ook nu geen standaard start.   

Na een rustige vlucht vanaf Düsseldorf via London landen we op 27 april laat in de middag op Denver International Airport. De shuttlebus brengt ons naar het motel en nadat we onze koffers en rugzakken al enigszins hebben omgepakt voor morgen nemen we een douche en vervolgens duiken we het bed in.

Om 4.30 uur zijn we klaarwakker en Thei leest op z’n gemak de krant op de I-pad. Zonder mankeren pakken we ons gebruikelijke USA-vakantie-ritueel weer op en al snel zitten we fris gewassen en gestreken aan het ontbijt. Van de manager mogen we onze thermoskan vullen met drinkwater en een extra broodje meenemen voor onderweg. Vervolgens hijsen we onze rugzakken op onze rug en rollen de omgepakte koffers naar de motel-shuttle die ons naar het vliegveld brengt. Daar stappen we over op een andere shuttle en binnen tien minuten staan we aan de balie van Herz de benodigde papieren voor de rental car in orde te maken. Heerlijk. ’s-Morgens staat er geen wachtrij, geen van de personeelsleden heeft zin om ons iets aan te smeren en het inspecteren van de nieuwe auto gaat gemakkelijker met een frisse blik.

Guur en goud

Een uur later rijden we de I-70 in oostelijke richting op. De I-70 is een drukke snelweg in en rond Denver en op deze tijd van de dag staan daar meestal flinke files. Wij rijden weg van de drukte en ervaren dat de afstanden tussen de auto’s die op de andere weghelft op weg zijn naar Denver steeds groter worden. 

Op de temperatuurmeter in de auto zien we dat het buiten kouder wordt. De wind heeft vrij spel op de hoogvlakte die voor onze ogen langzaam verandert in een witte bepoederde vlakte waarvan de horizon lijkt stil te staan. Grassland, zover als we kunnen kijken. Later op de dag horen we dat iets verder naar het oosten een tornado flink heeft huisgehouden. Na een uur verlaten we vlak voor de stad Limon de Interstate, we laten de Great Plains van Oost Colorado achter ons en en rijden vervolgens over Highway 24 weer westwaarts richting Colorado Springs.

THOUGHTS

Ongeveer halverwege deze Highway, net ten zuiden van Calhan, ligt het gebied van de Paint Mines waar we naartoe willen gaan. Het gebied wordt in alle richtingen omringd door korte grasprairies en lage, golvende heuvels en met weinig bebouwing. Colorado Springs ligt 35 mijl naar het zuidwesten.

We rijden langzaam Calhan binnen op zoek naar een bord dat verwijst naar de Paint Mines, maar voordat we twee keer met de ogen hebben geknipperd ligt het stadje alweer achter ons. We draaien terug, stoppen bij een gebouwtje dat een combinatie is van tankstation, supermarkt en cafetaria en vragen daar waar we de Paint Mines kunnen vinden. We moeten een stuk terugrijden, dan een dirt road op en daarna nog een paar mijl landinwaarts. Dat doen we. Op een platgereden stukje grond met een eenzaam schuurtje parkeren we de auto en trekken onze wandelschoenen, fleece vesten en windjacks aan. Het is zo gruwelijk koud dat we zo snel mogelijk en route gaan en zelfs niet even stilstaan bij de bordjes om de informatie over de Paint Mines te lezen. Dat doen we pas op de terugweg. 

De wind snijd ons bijna de adem af, de capuchons moeten op en handschoenen zouden geen overbodige luxe zijn. Echter, die liggen nog ergens onderop in een van de koffers. Ik ben blij dat ik de omslagen van de mouwen zover af kan rollen dat in elk geval één hand redelijk op temperatuur blijft. De andere hand? Wel … mijn camera doet niet graag al het werk alleen. Gezandstraald bereiken we na een half uur een luwte die gelijk ook de ’ingang’ is van wat wij denken dat een in onbruik geraakte open pit mine moet zijn. We zijn geen goudzoekers, maar we vinden wel een ‘gouden’ verrassing. 

Blootgelegde kleuren

Het Paint Mines Interpretive Park met zijn 4 mijl (6,4 km) aan paden ligt in een 750 hectare groot gebied en bestaat uit een combinatie van prairie grasland en badlands. Wind- en watererosie heeft in meerdere kloven van een kleine canyon felgekleurde kleiachtige rotsen in alle denkbare tinten geel, rood, rose, bruin, grijs en wit blootgelegd.
Verantwoordelijk voor dit verrassende schouwspel zijn de lagen leisteen en klei met insluitingen van seleniet (gips) en jaspis, zwaar gekleurd door ijzeroxide en bedekt met een meer resistente laag van zandsteen, die de witte caprocks vormt op sommige van de hoodoos. Regen versterkt op spectaculaire wijze de kleuren, maar het nadeel van de nattigheid is dat de paden modderig en plakkerig worden.

Tijdens opgravingen zijn er pijlpunten, stenen speerpunten en gereedschap dat van versteend hout is gemaakt blootgelegd, een bewijs van Indiaanse activiteit hier vele eeuwen geleden. De vroegste bewoning dateert van rond 7000 A.D. De kleurrijke klei werd in prehistorisch en historische tijden door de Native Americans niet alleen gebruikt om aardewerk te maken en te beschilderen, maar eveneens als verf voor ceremoniële doeleinden. 

Een aantal uren hiken we door een groot gedeelte van het park. En omdat we de Park-information niet hebben gelezen, weten we ook niet dat we geacht worden om onze voeten óp de door het park slingerende paden en paadjes te houden en niet ernaast. Opwinding en enthousiasme duwen de kou grotendeels naar de achtergrond als we omhoog klauteren, tussen de hoodoos door scharrelen en in buikligging de mooiste foto’s proberen te maken. Zelfs de wind deert ons steeds minder. Af en toe knipoogt de zon door de wolken en geeft deze verlaten en door de elementen geteisterde plek een onaards karakter. Weird, compleet weird. We hebben ons toch al behoorlijk vaak vergaapt aan extreme plekken in de USA, maar zoiets hebben we nog niet eerder gezien.

Onze nieuwsgierigheid brengt ons steeds verder het gebied in. Pas wanneer er uit de loodgrijze lucht golfbal-grote donzige sneeuwbollen beginnen te vallen, realiseren we ons dat we vandaag nog naar Ratón in noord New Mexico willen rijden. Een rit van nog zeker drie uur. 

Teruggekomen bij de auto staan we eerst stil bij de informatieborden, waarop we lezen dat het park een perfecte plek is voor een contemplatieve wandeling. Of onze wandeling onder de weersomstandigheden van vandaag tot de contemplatieve kan worden gerekend is nog maar de vraag. Maar ook overwegen we of we ons moeten schamen  voor het feit dat we ons niet aan de Parkregels hebben gehouden door binnen de paden te blijven. We besluiten dat niet te doen, eten het vanmorgen in het motel gekregen broodje, drinken een slok water en rijden, met de verwarming op hóóg vervolgens via binnenwegen naar de I-25. 

Snowin’ on Ratón

Het is de bedoeling om in Trinidad, in het zuiden van Colorado, de eerste hoognodige inkopen te doen. Als we echter de lucht boven de Ratón Pass steeds onheilspellender zien worden besluiten we om zo snel mogelijk door te rijden naar Ratón. Pas tegen 19.30 uur rijden we Ratón binnen, doen eerst onze inkopen en gaan daarna pas op zoek naar een motel. Wel een met restaurant want we snakken naar een warme maaltijd. Om 20.00 uur brengen we snel onze koffers naar binnen en reppen ons vervolgens naar het restaurant waar we nog juist op tijd een heerlijke Mexicaanse maaltijd kunnen bestellen, met veel pepers die de kou uit ons lijf jaagt.
Het wás een lange eerste reisdag. En we zouden, vanwege de jetlag en als gevolg van de kou en de snijdende wind tijdens onze eerste urenlange hike in Calhan Paint Mines, helemaal total loss moeten zijn. Het tegendeel is waar. Er is nog genoeg energie over om de plannen voor morgen te bespreken voordat we ons bed opzoeken en daarna slapen als rozen …  

 Ja, ja, we slapen als rozen … tot 03.30 uur  

Het is niet de eerste keer dat we in Ratón zijn. Maar waarom willen dan toch steeds terugkomen naar het op 2036 meter hoog gelegen stadje met ongeveer 6000 inwoners en dat geen geen echte toeristische trekpleister is?  Alleen omdat we de song ‘Snowin’ on Ratón’ van Townes van Zandt zo graag horen? We trekken de gordijnen een stukje open om te kijken of de zon tegelijk met ons is opgestaan. Nee … maar het heeft wel gesneeuwd.
Terwijl ik in op de I-pad de versie opzoek van ‘Snowin’ on Ratón’ die door Gretchen Peters en Tom Russell wordt gezongen, pruttelt het koffieapparaatje de dageraad dichterbij. Tijd genoeg om e-mailtjes te versturen en de eerste foto’s in de I-pad te laden (mein Jott, bijna 180 foto’s, alleen van Calhan Paint Mines). We bekijken de foto’s en Thei vindt dat ik voor de rest van het jaar niet inzetbaar hoef te zijn voor huishoudelijke projecten. Hij voorziet dat ik dag en nacht bezig zal zijn met schilderen en fotoboeken maken. Een juiste blik in de toekomst, blijkt later.

*) Omwegen-13 verschijnt op 1 september

A TOUCH OF GOLD

Een vleugje goud

een vleugje goud
een woord wordt oud
in het tempo waarin het wordt verteld
en schrijnende weemoed mijn glimlach kwelt
mijn gedachten scheuren met dit gemis
gaten in stille stukken wildernis
in het web van mijn heimwee groeit geduld
terwijl de gaten met woorden worden gevuld
muziek van leegte is vurig en koud
denksels en dichtsels met een dun laagje goud