Canada – Emigreren (1)

De eerste aarzelende schreden op deze omweg zetten we in het voorjaar van 2007 tijdens ons verblijf in Santa Fe waar we voor vijf dagen zijn neergestreken. In de knusse lounge van ons Bed & Breakfast heb ik op verzoek van de eigenaren een informatiemap neergelegd waarin ik mijn schilderijen en mezelf als kunstenaar presenteer. 

Terwijl mijn grote vriend en ik daar op een van die dagen na het ontbijt neerstrijken om de plaatselijke krant door te spitten op zoek naar interessante items, worden we benaderd door drie vrouwen. Drie Canadese kunstenaars die door een vriendin uit Texas zijn uitgenodigd om naar Santa Fe te komen en kennis te maken met de levensadem van deze stad: kunst.

De vrouwen zijn niet alleen geïnteresseerd in mijn schilderijen, ze willen vooral graag weten waarom het zuidwesten dé inspiratiebron is voor mijn werken en waar onze liefde voor the Southwest vandaan komt. Muisstil worden ze als we ons verhaal vertellen. Over onze wens om naar de USA te emigreren. Over de manieren waarop we al zoveel jaren op allerlei manieren bezig zijn om een verblijfsvergunning voor de USA te krijgen. Over de voor ons niet haalbare condities: een miljoen dollar cash meebrengen en een bedrijf opstarten waarin tien personen permanent aan het werk moeten zijn en blijven. Over de contacten met de Ambassade, het Consulaat, het traject waarbij we aan de loterij meedoen om een Green Card te winnen, om op legale manier in de USA te kunnen wonen en werken.

Daarna ontspint zich een heel interessant gesprek. Zij vertellen niet alleen over zichzelf en over het bestaan als kunstenaar in het zuid-westen van Canada. Op enthousiaste manier presenteren ze Canada als een soort paradijs. Naar Canada zouden we zó kunnen emigreren. Buitenlanders zijn welkom en er wordt vooral uitgekeken naar kunstenaars die een nieuwe impuls zouden kunnen geven aan de kunstwereld in Canada. Ze vinden dat we gewoon naar Canada zouden moeten emigreren. 

Maar ik zie mijn geest al kruipen. Canada associeer ik met metershoge sneeuwmuren, bittere kou, lange winters en zomers die het woord zomer eigenlijk niet verdienen. Maar ja, wat weten wij beiden eigenlijk van Canada? De vrouwen moeten hard lachen over de manier waarop ik mijn visie over wonen in Canada verwoord.

Okanagan Valley

Ze beschrijven vervolgens de Okanagan Valley in British Columbia waar zij wonen als een langgerekte paradijselijke vallei tussen de Rocky Mountains en de Coast Mountains (afstand Gulpen – Groningen) waar het goed toeven is. Er zijn hoge bergen, valleien, rivieren en meren. De winters zijn er mild en de zomers warm en droog. Door dit ideale klimaat is British Columbia niet alleen de fruit- en groentetuin van Canada geworden, maar ook de wijnbouw levert wijn op van zeer hoge kwaliteit.  

Geskied kan er zeker worden, maar de sneeuwgrens ligt op circa 300 meter boven het meeroppervlak. Dat de zomers warm en droog zijn bewijzen de cactussen die in de deserts groeien en de slangen die zich daar bij 40℃ wonderbaarlijk goed thuisvoelen. Te mooi om waar te zijn?

We waarderen de manier waarop de vrouwen hun land promoten en aantrekkelijk maken voor nieuwkomers. Maar eerlijk gezegd geloof ik er geen biet van en mijn grote vriend heeft ook zo zijn vraagtekens. Wij Nederlanders kunnen ook enthousiast vertellen over ons waterrijke platte land met mooie steden, de zee en de dijken, tulpen en bollenvelden en het feit dat we ook een ‘berg’ hebben in Nederland. Weliswaar is de Vaalserberg maar 300 meter hoog, maar we hebben er in elk geval een.

Met het uitwisselen van adresgegevens voor eventuele verdere informatie en de belofte aan de drie vrouwen om eens serieus na te denken over de optie Canada en emigratie naar British Columbia in overweging te nemen, nemen we afscheid van elkaar. Hun Texaanse vriendin ontmoeten we nog heel kort voordat ze bij het Bed & Breakfast vertrekken. 

Als iemand ons had voorspeld dat we een jaar later daadwerkelijk de emigratie naar Canada in gang zetten en vervolgens in het najaar van 2008 naar Canada vliegen om in de Okanagan Valley naar een woonplek te gaan kijken, dan hadden we hem of haar voor gek verklaard. Het gebeurt echter wel.

De Texaanse vriendin meldt zich bij ons kort nadat we van onze reis uit de USA terugkeren. Ze heeft mijn website ontdekt en een paar schilderijen gevonden die ze mooi vindt en daarna ook koopt. In het contact dat daarna ontstaat stimuleert ook zij ons om eens met Canada kennis te gaan maken. Aangezien zij, haar man en kinderen ook in Canada hebben gewoond en daar nog steeds een cabin aan een van de meren bezitten, biedt ze ons aan tijdens ons verblijf in Canada een aantal dagen in deze cabin te logeren.

Next best

Na onze terugkeer uit de USA in 2007 lezen en bekijken we niet alleen alles wat we over Canada te pakken kunnen krijgen, maar benaderen we ook de Canadese Ambassade en de Canadese Immigratiedienst die in Berlijn is gestationeerd. 

Hoe meer we te weten komen, hoe aantrekkelijker het idee wordt om een mooie plek in het zuiden van British Columbia te zoeken, zo dicht mogelijk bij de Amerikaanse grens. Van daaruit kunnen we dan met de auto naar het zuidwesten van de USA rijden. We zijn te weten gekomen dat Canadese burgers langere periodes in de USA mogen blijven. Zorgvuldig overwegen we de pro’s en contra’s. De Ambassade adviseert ons om met een personal coach in zee te gaan die in dienst is geweest bij de Emigratiedienst toen deze nog in Den Haag was gevestigd. Die schijnt essentieel te zijn om het immigratieproces in 1 tot maximaal 1½  jaar succesvol te kunnen afronden. 

Met die insteek zetten we onze emigratie naar Canada in gang en gaan in de herfst van 2008 kennismaken met het land waar we – als next best – graag naartoe willen verhuizen en op zoek naar een woonplek zo dicht mogelijk bij de grens van de USA.

Naar Vancouver

Op 17 september 2008 vliegen we vanuit Düsseldorf met Air Berlin rechtstreeks naar Vancouver. Een tien uur durende vlucht waarin we door de crew tot op het bot worden verwend met allerlei extra’s. Het verwondert ons niets als we, een jaar of twee jaar later, te horen te krijgen dat de dochtermaatschappij van Lufthansa failliet is gegaan. Maar wat genieten we tijdens die vlucht. Alle maaltijden zijn super. Goede flessen wijn worden opengetrokken, bij de koffie worden bonbons gepresenteerd en naar wens krijg je een glas cognac, whisky of andere sterke drank ingeschonken.  

We merken dat onze vlucht naar Vancouver grotendeels langs dezelfde luchtlijn loopt als de vluchten naar een van de mainports in de USA. Als we de dikke laaghangende wolkenlagen van het Europese vasteland achter ons hebben gelaten zien we Engeland, Schotland, IJsland en dit keer ook de zuidpunt van Groenland onder ons voorbij schuiven. 

We zitten op de beste plekken in het vliegtuig om foto’s te maken van de dik besneeuwde bergachtige contouren, een majestueuze gletsjer en van veel grote en kleinere ijsbergen. Zelfs de Rockies hebben we niet eerder zo prachtig kunnen bewonderen. Waarschijnlijk is het de eerste wintersneeuw die de scherpe grijze tanden van de rockies een wit hoofddeksel heeft opgezet. En daar tussenin zien we felblauw-groene meren in allerlei vormen en maten. Sprookjesachtig. 

Het vliegveld van Vancouver ligt op een eiland (Sea Island) dat door een aantal bruggen met het vasteland is verbonden. Met een grote bocht wordt de landing vanuit zee ingezet en de eerste indruk van Vancouver is    … whaw.

We halen de rental car op en – het is 2008 en er zit nog geen GPS in – gaan op zoek naar het motel dat in China Town ligt. In Vancouver woont de grootste Chinese gemeenschap van Noord-Amerika. De meeste Chinese Canadezen zijn afkomstig uit Hongkong en vaak wordt Vanvouver ook wel ‘Hongcouver’ genoemd. Het duurt even voordat we het motel vinden, omdat geen van de mensen die we aanspreken om de weg te vragen, Engels spreekt of verstaat.

Sea to Sky Highway
Whistler – Lillooet – Pavilion Lake 

De volgende dag zijn we weer vroeg uit de veren. Vanuit Vancouver rijden we onder een bewolkte hemel noordwaarts. De smalle Sea to Sky Highway, die in 2010 gereed moet zijn voor de Olympische Spelen die in Whistler zullen worden gehouden, is één grote bouwput. De weg wordt vier-baans gemaakt en het is logisch dat er daardoor veel oponthoud ontstaat. 

Whistler is een aardig stadje met ± 10.000 inwoners, maar erg toeristisch. Vergelijkbaar met het Limburgse Valkenburg. Het motel is uitstekend en we eten in een naburig restaurant een zalige vis die in Miso (soja saus) is gemarineerd en gegarneerd is met ‘pickled ginger’ (in zuur ingelegde gember). Het is altijd een avontuur om een ander land te leren kennen door gerechten te bestellen die wij niet eerder hebben gegeten. De witte wijn die we erbij drinken is zacht, droog en ongelofelijk lekker. 

Vanuit Whistler rijden we op vrijdag 19 september over de Major Highway 99 in noordoostelijke richting. In Pemberton stoppen we niet, maar even voorbij Lillooet maken we een koffiepauze op een parkeerplek waar we een prachtig uitzicht hebben op Pavilion Lake. De eindbestemming voor vandaag staat nog niet vast. Misschien wordt het Kamloops, misschien rijden we verder door. De weersvoorspellingen zijn namelijk verre van gunstig. Vandaag is de lucht nog strakblauw, maar na morgen wordt er bar slecht weer verwacht. Waarschijnlijk moeten we onze planning aanpassen.

Verkeersovertreders

We passeren Cache Creek en Savona terwijl we rondom ons bergen, heuvels, rotsen, meren, meertjes, snelstromende rivieren en creeks bewonderen. Ergens tussen Savona en Kamloops begaan we onze eerste verkeersovertreding. Als we aan de linker kant van de snelweg een spierwit meertje ontdekken dat helemaal omboord is met dikke rode fluweelachtige randen, slaan we alle waarschuwingen in de wind, zetten de auto op de vluchtstrook en rennen als gekken naar de overkant van de snelweg om foto’s te maken. Gelukkig is er geen politieauto in de buurt. 

De witte kleur van het meertje ontstaat door verzilting. De rode randen worden gevormd door een voor ons onbekend vetplantje. We maken onze foto’s, rennen met dezelfde rotvaart terug naar de auto en gaan weer op weg. Niet Kamloops maar Salmon Arm wordt het stadje waar we besluiten te overnachten. De Rangers in het Visitor Center van Salmon Arm vertellen ons dat er een hele bak met regen aan zit te komen en dat we de Rockies de komende weken wel kunnen vergeten. Ze raden ons daarom wel aan om morgen in elk geval nog de Takakkaw Falls in Yoho National Park te bezoeken. Overnachten kunnen we dan in Golden.

Golden
Yoho Park – Takakkaw Falls – Emerald Lake

Zaterdag 20 september. In Golden zoeken we eerst een motel en rijden dan met gezwinde vaart over de Trans-Canada Highway naar het National Yoho Park dat voor Canadese begrippen een beperkte oppervlakte van 1.313 km² heeft. In het oosten grenst het aan het National Park Banff en in het zuiden aan het National Park Kootenay.

Even voor Field, waar de Entrance naar Yoho Park ligt, zien we een zijweg die naar Emerald Lake voert. We hopen dat we na het bekijken van de Falls nog genoeg tijd over hebben om ook daar nog naartoe te rijden. 

Bij de Entrance van het park kopen we een ticket en draaien de Yoho Valley Road op die de kronkelingen van de Kicking Horse River volgt. Bij een van de bruggen (weet niet meer precies waar) stoppen we. Niet alleen om foto’s te maken van de wild stromende rivier die bezaaid ligt met stenen en rotsblokken in elk denkbaar formaat, maar ook om de indrukwekkende Cathedral Mountain van 3189 meter hoog te bewonderen.

Iets verderop ligt de Parking Lot vanwaar een korte trail naar de ca. 373 meter hoge en schitterende Takakkaw Falls leidt. Foto’s maken zonder dat de cameralens door neervallend en opspattend water wordt beneveld kan op ca. 50 meter afstand. De brochure-foto’s van de Falls waarop een regenboog te zien is, zijn geen incidentele toeristische lokkertjes. De regenboog ís er. Om hem te fotograferen moeten we de afstand tot het nevelgordijn iets verkleinen, maar we hebben er wel een gedeeltelijk nat pak voor over. Cree Indianen noemen de Falls : Takakkaw. Het betekent ‘magnifiek’.   

Op de terugweg naar Golden is er nog voldoende tijd voor een korte stop bij Emerald Lake. Tijdens onze hike stellen we vast dat het meer inderdaad net zo turquoise-groen is als op de foto’s in de brochure. Prachtig. 

De zon gooit haar laatste stralen over de huizen van Golden als we het stadje binnenrijden. Achteromkijkend zien we de Rockies langzaam achter een dicht grijs regengordijn verdwijnen. In de bergen sneeuw het. In ons motel in Golden zitten we warm en droog. We hebben mazzel gehad.

Regengordijnen

Zondag, 21 september. Zon is er wel, maar niet hier. De hoeveelheid regen die uit de loodgrijze lucht valt  heeft in eerste instantie nog Nederlandse proporties, maar als we onze bagage in de auto laden komt de regen met bakken uit de hemel. Jammer, geen Rockies … we rijden zuidwaarts. De ruitenwissers staan bijna de hele dag in de snelste stand en het vele water op de weg lijkt een competitie te zijn aangegaan met de wild-stromende water van de Columbia River ergens rechts van ons want zicht op de omgeving is er niet of nauwelijks. Mocht het in Radium Hot Springs droog worden dan kunnen we daar Highway 93 inslaan en alsnog naar Banff rijden.  

Helaas, het vele hemelwater wist onze Rockies-droom uit. Het regent in Radium Hot Springs, in Invermere, in Cranbrook en overal ertussenin. Doorrijden naar Osoyoos lukt vandaag niet en dus besluiten we om in Creston te overnachten. Als er al herinneringen blijven hangen aan de dag van vandaag dan zullen ze grijs en drijfnat zijn.

Osoyoos

Het regent nog steeds als we de volgende dag Creston al vroeg achter ons laten. We stoppen niet in Castlegar, Grand Forks en Greenwood en het grijze natte bergachtige landschap met zijn uitgestrekte bossen vol hoge donkergroene dennenbomen bekijken we alleen vanachter de heen en weer zwaaiende ruitenwissers. 

Maar dan … na de laatste bergpas belanden we ineens in een andere wereld. In de diepte ligt Osoyoos aan het gelijknamige Lake waarvan de ene helft in Canada ligt en de andere helft in de Verenigde Staten. De zon schijnt, de temperatuur gaat met sprongen omhoog en de warme aardse kleuren van het gebied dat we nu binnenrijden doen ons direct denken aan de Southwest in de USA.

Vanwege de geringe regenval, de hoogste temperaturen en de warmste meren, mag dit gedeelte van de Okanagan Valley zich met recht de enige woestijn in Canada noemen, waarbij Osoyoos ook nog het predikaat woestijn-wijngebied heeft. Juist vanwege deze kwaliteiten gaat onze voorkeur ernaar uit om in het zuidelijkste gedeelte van de Okanagan Valley een woonplek te vinden, steden, dorpen, bergen, heuvels, rivieren en meren verkennen en daarnaast is kennismaken met de Canadezen en hun leefwijze voor ons uiterst belangrijk. 

We starten in Osoyoos, de kleine grensplaats met de USA waar we vandaag zijn aangekomen en blijven er twee dagen. Tijdens de drie weken die we in de Valley doorbrengen is het er droog en aangenaam warm.

In het Visitor Center krijgen we veel informatie. Over het prachtige Nk’Mip Desert Cultural Center, de Indiaanse Nk’Mip wijnkelders, de wijngaarden op Indiaans gebied en niet te vergeten … twee makelaars, waarmee we later in de week een aantal huizen bezichtigen.

Bij het Visitor Center zien we ook het eerste kunstwerk van Virgil ‘Smoker’ Marchand staan. De kunstenaar die een zeldzaam talent had om massieve stalen sculpturen licht en bijna delicaat te laten lijken, zonder afbreuk te doen aan hun indrukwekkende kracht. Hij schilderde, maakte sculpturen en was daarnaast ook een uitzonderlijke fastball pitcher in Penticton Men’s Fastball League.

Okanagan Valley

De lange smalle vallei die tussen Vancouver en de Rockies ligt (6 uur rijden vanuit Vancouver), is van noord naar zuid ± 400 km lang (eveneens 6 uur rijden) Het is een prachtige mix van Desert, Toscane en de Elzas.

Okanagan Lake is 160 km lang en heeft meer dan 350 km kustlijn. Omdat het omringd wordt door semi-aride heuvels en plateaus wordt het water van het meer in de zomer zelfs 24 graden. De Okanagan Valley heeft ca. 235.000 inwoners en staat bekend om zijn overvloed aan wijngaarden, boomgaarden, bergen, valleien, meren, hooglanden, skipistes en wandelpaden. Okanagan Valley heeft een gematigd klimaat dat zorgt voor warm lenteweer, hete en zonnige zomers, milde herfst en gematigde winters. De Zuid Okanagan is bijna droog genoeg om als woestijn te worden aangemerkt. Gebieden ten noorden van Osoyoos en Oliver staan bekend als de allerbeste fruit- en groenteteelt gebieden ter wereld. Wijngaarden in Canada? Die hebben we hier zeker niet verwacht. We weten nu dat in de Okanagan Valley wijn wordt geproduceerd die met gemak kan concurreren met de kwaliteit van de beste Europese wijnen.

Drie weken lang snoepen we van alles wat de Okanagan Valley te bieden heeft. Van sprankelende meren en spectaculaire landschappen, van kunst en cultuur, van groenten en fruit en ook van de beste witte wijn die we in jaren hebben geproefd. We begrijpen niet alleen waarom dit een van de meest gewilde locaties in British Columbia is, maar ook waarom de drie Canadese kunstenaars, die we in Santa Fe hebben ontmoet, ons adviseerden om naar deze regio te emigreren.  

**) In OMWEGEN-35 volgt het tweede deel van onze emigratieplannen naar de Okanagan Valley in de Staat British Columbia van Canada. 

SPIRIT OF THE SOUTHWEST

Verbinding
 

hij vliegt
de vogel
met vleugels van vrijheid
langs ongeziene lijnen
en routes die hij kent
om het ene jaar
met het andere te verbinden

hij loopt
de mens
tijdens het tikken van de tijd
naar onbekende oorden
en peilt wegen met het doel
om alles met niets
samen te brengen

De link naar fotoboek : CANADA – Okanagan Valley
komt beschikbaar aan het einde van deel 2
in OMWEGEN-35