That’s WY … daarom dus

De titel voor Omwegen-36 valt me pas in – nee, zie ik pas – als ik de meest geschikte foto’s  ervoor aan het uitzoeken ben. Het is een verhaal geworden over twee locaties in de State Wyoming. In het eerste gebied komen we in 2014 toevallig terecht en omdat benaming ontbreekt, betitelen we zelf deze wildernis maar als ‘Gooseberry Badlands’. Wanneer we in 2018 onverwachts weer in deze streek belanden, treffen we er een mooi beschilderd naambord aan met het opschrift ‘Gooseberry Badlands Recreation Area’. Telepathie …toeval?
Het tweede gebied, dat ik in OMWEGEN-36 beschrijf is Devils Tower, het imponerende natuurverschijnsel waar we niet de eerste keer door worden gefascineerd.

2014

Het is zaterdag 24 mei 2014. Zorgeloos vullen we op de zaterdag van Memorial Weekend onze laatste dag in Yellowstone National Park in. Als we hadden geweten wat ons later op de dag allemaal te wachten zou staan, dan hadden we niet op ons dooie gemak the Yellowstone Falls verkend, uren rondgelopen in het Mud Volcano gebied en in -tig inhammen langs het Yellowstone Lake gestopt om alle variaties wit en blauw van het langzaam ontdooiende meer te bewonderen. Ver na lunchtijd rijden we eindelijk Yellowstone Park uit. Hoe oostelijker we rijden hoe meer dikke wolken de stukken blauwe hemel opvreten en de wind toeneemt.

No Vacancy

Na een uur komt Cody in zicht, waar we denken te kunnen overnachten. We hebben er echter geen rekening mee gehouden dat het Memorial Weekend is. Dat betekent dat de schoolvakanties zijn begonnen en dat niet alleen wij, maar ook half Amerika ‘en route’ is. Bij alle motels waar we stoppen of aan voorbij rijden brandt het bericht ‘no vacancy’. No problem, denken wij en rijden door naar het piepkleine Meeteetse, dat 31 mijl ten zuiden van Cody ligt. Hier verwachten we minder tot geen festiviteiten die ervoor zorgen dat er in Cody geen slaapplaats meer te vinden is. Maar ook de twee kleine motels hier zijn vol. Wat nu? 

De State Map wordt opengevouwen en we overleggen wat we zullen doen. Morgen willen we graag de Rockies oversteken, Devils Tower bezoeken en van daaruit doorrijden naar Rapid City en Wall in South Dakota. 

Gooseberries en kruisbessen

Negentien mijl ten zuiden van Meeteetse slaan we linksaf en rijden via Highway 431 richting Worland. Ondanks dat de lucht steeds donkerder wordt en de wind in kracht toeneemt stoppen we een aantal keren om ons te vergapen aan de weergaloze badlands.
Op de State Map zien we een dun blauw lijntje over het papier kronkelen dat Gooseberry Creek heet, maar alles wat we hier zien is droog land. Het kost moeite om niet gelijk de rugzakken om te hangen en de zwart-grijs-wit en alle tinten framboos-kleurige rotsen, heuvels en bergen in te lopen. De steeds donkerder wordende lucht en de behoefte aan een slaapplaats dwingen ons, na het maken van de nodige foto’s, om door te rijden. Als reminder dat we hier zeker een keer willen terugkomen noemen we het naamloze landschap Gooseberry Badlands.

Dat gooseberries geen frambozen zijn merken we pas als we thuis zijn. De Nederlandse gooseberries (kruisbessen) kennen we vrijwel uitsluitend in groene staat en die worden meestal op Limburgse vlaaien gebruikt. Waarschijnlijk groeien in de USA alleen roodachtige kruisbessen óf men wacht totdat de zure krengen rijp en frambooskleurig zijn geworden. Dat we hier terug zullen komen schrijven we in de sterren 

* Ik spring nu even vier jaar vooruit – naar 2018 *

2018 – Plan B

De weergoden verrassen ons in 2018 met zulke extreme weersomstandigheden dat we het meest noordelijke gedeelte van de reis moeten schrappen. Gebieden in het noord-oosten van California, Oregon en noord-west Idaho zijn voor ons onbereikbaar. In eerste instantie laten we ons nog niet ontmoedigen door regen, wind en kou, maar als sneeuw de wegen onbegaanbaar maakt halen we plan B tevoorschijn. Hebben we altijd een plan B achter de hand? Welnee. Dat is nog nooit eerder echt nodig geweest. Overschakelen naar plan B betekent dat we verder oostwaarts zouden kunnen trekken. En daar liggen de Gooseberry Badlands …

Dat de Gooseberry Badlands door ons hoofd zijn blijven spelen ervaren we als we op zaterdag 20 mei 2018, na weer een kleine week in Yellowstone te hebben rondgezworven, op weg zijn naar Cody – de stad van Buffalo Bill – waar we graag een nacht willen blijven. Eenentwintig jaar geleden was Cody een slaperig klein western stadje. In 2014 was het stadje al flink uitgegroeid, maar we konden de uitbreidingen toen niet bekijken omdat alle motels en hotels waren volgeboekt vanwege Memorial Weekend. Vandaag treffen we een drukke stad aan met langs beide zijden van Main Street aaneengesloten rijen winkels, western kroegen, restaurants, motels en hotels. Naast de drukte en de mensenmassa zorgen ook de beroerde aanbevelingen in het Visitor Center ervoor dat we snel de voet weer op het gaspedaal zetten en verder rijden naar Meeteetse dat 31 mijl zuidelijker in de Rolling Hills van Wyoming ligt en waar we in 2014 hebben gezien dat er twee motels liggen.

Meeteetse

Meeteetse, een stadje met 328 inwoners en 2 kleine motels, ligt midden in een groot reservaat van de Shoshone Indianen. Hier komt de naam van dit stadje ook vandaan en het betekent: ‘Meeting Place’. Van hieruit kunnen we morgen naar het gebied gaan dat we in 2014 de titel ‘Gooseberry Badlands’ gaven. 

Een Visitor Center heeft Meeteetse niet, maar de tankstation-eigenaresse vertelt ons bij het afrekenen dat er kortgeleden een trail is uitgezet in een deel van het gebied dat de naam ‘Gooseberry Badlands‘ heeft gekregen. (Huh? Nadat wij er per ongeluk tegenaan zijn gelopen en aan Jan en alleman erover hebben verteld?)

Omdat ze er zelf kortgeleden nog is geweest, vertelt ze ons precies waar we het gebied binnen kunnen gaan. We moeten wel erg voorzichtig zijn omdat het er wemelt van de ratelslangen die na de winter erg actief zijn. Uiteraard zullen we voorzichtig zijn. Dit soort slangen wacht niet met bijten tot je ze per ongeluk op de staart trapt. Ze vallen gelijk aan.

Het kleine motel waar we inchecken bevalt ons prima. Geen luxe voorzieningen, geen koelkast, geen magnetron, Wifi werkt soms wel, soms niet en de korting op de kamerprijs is alleen bestemd voor veteranen. Maar … een super de luxe voorziening heeft het motel wèl. Op geen enkele plek is er zo weinig lichtvervuiling, nergens zien we zoveel sterren aan de hemel en nergens slapen we zo diep als hier.

Gooseberry Badlands in  2018

Aangezien de zon vroeg op is, zijn wij dat ook. De hemel is grotendeels onbewolkt als we naar ‘Gooseberry Badlands’ rijden. Twintig mijl ten zuiden van Meeteetse slaan we linksaf richting Worland en al na 7 mijl vinden we de plek die de tankstation-eigenaresse ons gisteren beschreef. Het is alleen niet de plek waar we toevallig vier jaar geleden bij uitkwamen, maar hier kunnen en mogen we in elk geval wel de kleurrijke desert ingaan. Met bijna vijf liter water, elk een sandwich, een appel en een banaan op de rug en de camera op de buik, zwerven we bijna vijf uur lang door een relatief klein gedeelte van deze badlands waarvan we niet kunnen inschatten tot hoever ze zich uitstrekken. De uitgezette trail is 1,5 km lang maar wij houden ons, zoals gewoonlijk, meestal niet aan dit soort begrenzingen.

Gebroken rotsen in een verbrokkeld landschap

Gooseberry Badlands is een hete, droge en verlaten wildernis die eruit ziet als een in puin geschoten stad. Gespleten en gebroken rotsen in een verbrokkeld landschap. In eerste instantie zoeken we nog naar cleane hoodoos en gladgepolijst toadstools zoals in Bisti, maar die tref je hier niet aan. Als we het zoeken naar bekende structuren eenmaal hebben opgegeven kunnen we genieten van de relatieve chaos en wanorde. 

Soms manoeuvreren we voorzichtig op vooruitstekende rotspartijen die overal gebarsten, gescheurd en gespleten zijn. Dan weer staan we met open mond te kijken naar verticale fragmenten steen die eruit zien alsof ze nog wel ergens aan de rotsen vasthangen, maar ieder moment kunnen afbreken. De kleuren zijn prachtig, maar vanwege het vroege tijdstip is het licht erg hard. Zoals eerder gezegd: een goede fotograaf weet zijn instellingen meestal zo te kiezen dat de foto’s daarvan niet al teveel te lijden hebben. Helaas, mijn kennis en kunde is beperkt; ik zal de hulp van Photoshop Elements moeten inroepen.

Pas ver na tweeën keren we terug bij de auto. Het water is op, de sandwiches, appel en banaan zijn zeer waarschijnlijk al verteerd en we hebben geen ratelslang gezien. Alleen een langoor-konijn met zo’n lange oren dat we betwijfelen of hij wel echt is geweest en geen zinsbegoocheling. 

FRIENDS

 

Vluchtig

Mijn vluchtige blik van voorheen
dwaalt over het landschap heen
vandaag ben ik teruggekeerd
heb van mijn fantasie geleerd

Mijn vluchtige blik van lang voordien
meende hier een sprookje te zien
ik loop hier nu en zie geen pad
het lijkt een stukgeschoten stad

Keep out

Na een korte pauze rijden we net zover verder richting Worland totdat we het gedeelte van de Gooseberry Badlands herkennen waar we vier jaar geleden zo door verrast werden en waar we graag eens op nader onderzoek uit zouden willen gaan. De weg wordt, zo horen we in 2018, ook Gooseberry Creek Road genoemd, omdat die voor het grootste deel de slingerende Gooseberry Creek volgt. Dit gedeelte van de badlands is echter met prikkeldraad afgezet waaraan het bordje ‘Keep Out’ hangt. Terwijl we gehoorzaam met de voeten buiten de afrastering blijven, reiken mijn lange armen wel zover mogelijk over het prikkeldraad heen zodat de camera de foto’s kan maken.
En dan lijkt het alsof de weergoden genoeg hun best hebben gedaan. De lucht wordt steeds donkerder en verdere fratsen uithalen of omwegen maken lijkt niet verstandig. We keren terug naar de hoofdweg.

Tijdens de reis In 2018 draaien we de neus van de auto richting Thermopolis voor het volgende avontuur.

* Terug naar 2014 * 

Hier en nu, in Omwegen-36, keer ik terug naar het verhaal dat zich in 2014 afspeelt en waarin we, onder vergelijkbaar dikker wordende wolken richting Worland rijden met de bedoeling om daar te overnachten en morgen over de Rockies naar het oostelijke gedeelte van Wyoming te trekken.

Met zijn ruim 5000 inwoners lijkt Worland in onze ogen meer op een straat met motels voor mensen die op doorreis zijn en enkel een slaapplaats voor één nacht nodig hebben. Langzaam rijdend bekijken we de motels langs de weg en besluiten dan, door de  roodgerande en -gevlekte heuvels en rotsen rijdend, in Ten Sleep een motel te zoeken. Maar Ten Sleep lijkt te zijn bevroren in de tijd. Er is geen motel te bekennen, mensen zien we er niet en terugkeren naar Worland is geen optie. Met als consequentie dat we al snel de indrukwekkende en spectaculaire Ten Sleep Canyon met zijn kalkstenen en dolomiet-kliffen binnenrijden. Graag zouden we hier en daar zijn uitgestapt, maar de hoge rotswanden geven het zonlicht zo laat op de dag nog maar weinig ruimte en we realiseren ons dat het over een dikke twee uur hartstikke donker zal zijn. En er is geen straatverlichting in de bergen …
Op de kaart van Wyoming zien we dat de 145 km lange Highway 16 waar we nu op rijden, Cloud Peak Skyway wordt genoemd, die uitkomt op de 3.000 meter hoge Powder River Pass. Cloud Peak, de ‘grootvader’ van de Bighorn Mountains, is alleen vanaf deze route te zien.

Bighorn Mountains

De Bighorn Mountains zijn een diverser landschap dan waar dan ook in Wyoming. De Bighorns herbergen weelderige graslanden, alpenweiden, kristalheldere meren, door gletsjers uitgehouwen valleien, glooiende heuvels en steile bergwanden. Cloud Peak Skyway staat ook nog eens te boek (lezen we later) als een van de meest ontzagwekkende en schilderachtige routes door de Rockies, die eigenlijk bij iedereen op de bucket list zou moeten staan. Grotendeels vanwege het risico dat we straks in het donker over de bergpassen moeten rijden, blijft het gaspedaal flink ingetrapt en zien we van al dat schoons maar weinig.
Wat we later ook lezen is dat deze hooggelegen bergweg gedurende een groot deel van het jaar koud en sneeuwachtig kan zijn en er wordt geadviseerd, om een gladde tocht te vermijden, de rit tussen juli en september te maken. Het is vandaag zaterdag 24 mei …

Boven op de top van de 9.666 ft (bijna 3000 mtr.) hoge Powder River Pass is een korte sanitaire stop noodzakelijk. Een paar foto’s maken we nog en dan jagen de steeds onheilspellender wordende lucht, lichtflitsen en donderklappen ons de auto weer in. De regen gaat over in sneeuw terwijl we zo snel als we kunnen en durven over de slingerende switchbacks en haarspeldbochten klimmen en afdalen. Winterbanden en sneeuwkettingen horen niet bij de uitrusting van een huurauto.
Tanden op elkaar, goed uitkijken, niet te abrupt remmen, goed sturen, niet slingeren … alle instructies tijdens de rijlessen van jaren geleden komen weer bovendrijven. Ik herinner me nog dat ik afreed in een dik pak sneeuw en dat ik datzelfde jaar de eerste de beste gelegenheid aangreep om naar een natuurgebied dicht bij huis te rijden om op eigen houtje in zo’n dik pak sneeuw te leren slippen. Tja, jeugdige overmoed!

Het is stikdonder als we Buffalo bereiken en bij het eerst beste motel stoppen. Wat een dag. Terwijl Thei iets eetbaars klaarmaakt, laad ik de foto’s in de I-pad en schrijf ik het gebruikelijke dag-mailtje naar iedereen die op de hoogte wil blijven van wat we uitspoken. Op het moment dat we stoppen met ‘doen’ vallen onze ogen ogenblikkelijk dicht. Douchen doen we morgenvroeg.

Devils Tower

Het is zondag 25 mei 2014. We hebben goed geslapen en we zijn weer fit voor de nieuwe dag. Op naar Devils Tower en daarna via Rapid City naar Wall in South Dakota. Als we de auto aan het inladen zijn zien we dat boven de Rockies nog steeds een wolkenlucht hangt die doet vermoeden dat het daarboven op de passen nog steeds spookt. Maar de Rockies liggen voorlopig achter ons. De I-90 brengt ons via Gileppe,  Morecroft  en Sundance naar Devils Tower National Monument. Toen we Devils Tower in 1997 voor het eerst bezochten was het zo mistig dat we alleen de voet ervan duidelijk konden zien. Dit keer hebben we meer geluk. 

Het merendeel van het landschap rondom Devils Tower bestaat uit afzettingsgesteenten. Deze donkerrode zandsteen en siltsteen zijn te zien langs de Belle Fourche River. Oxidatie van de ijzermineralen in het gesteente veroorzaakt de rode kleur. Devils Tower is een monoliet van 386 meter hoog, heeft ongeveer de grootte van een voetbalveld en bevindt zich op 1558 meter boven zeeniveau. De top is licht koepelvormig en rotsig, begroeid met inheemse grassen, cactussen en alsem en er bovenop zijn  chipmunks, muizen, pack rats en soms ook een slang te vinden. De omtrek van Devils Tower is 1 mijl. De Tower Trail is 2 kilometer lang.

Geologen zijn het erover eens dat Devils Tower geen oude vulkaan maar een stollingsinbraak is; dit betekent dat het ondergronds is gevormd uit gesmolten gesteente. Magma duwde zich omhoog in het omringende sedimentair gesteente. Daar koelde het af en verhardde het. Het sedimentair gesteente is weg-geërodeerd en sindsdien is de Tower zichtbaar. Er zijn aanwijzingen dat Devils Tower ongeveer 50 miljoen jaar geleden werd gevormd. De erosie die hem blootlegde, vond waarschijnlijk tussen de 5 en 10 miljoen jaar geleden plaats.
In het Visitor Center wordt vaak gevraagd of Devils Tower hol is. Het antwoord dat daarop gegeven wordt vind ik schitterend: ”Nee, hij is niet hol. Je zou hem kunnen vergelijken met een stel potloden die door de zwaartekracht bij elkaar worden gehouden”. Een mooiere uitleg kun je toch echt niet verzinnen.

De rots wordt fonolietporfier genoemd; het is qua samenstelling vergelijkbaar met graniet, maar mist kwarts. Fonoliet verwijst naar het rinkelen van de rots wanneer een kleine plaat wordt geraakt, en het vermogen om geluid te reflecteren. Porfier verwijst naar de textuur: grote veldspaatkristallen ingebed in een massa kleinere kristallen. Voor diegene die het zich nog niet heeft gerealiseerd … er zit muziek in Devils Tower.
Een deel van de basisinformatie over Devils Tower heb ik van de National Park website overgeheveld naar deze tekst en van Internet plukte ik ook nog iets extra’s. Ons eigen verhaal voegt zich er vanzelf tussenin.

Mato Tipila

De naam Devils Tower is ontstaan tijdens een wetenschappelijke expeditie in 1875. De legercommandant die de leiding had over de militaire escorte, kolonel Richard Dodge, schreef dat de Indianen de zuil Bad God’s Tower noemden, maar Dodge veranderde die naam in Devil’s Tower. De vroegste officiële kaarten van het gebied bestempelen de formatie als Bear Lodge, wat een directe vertaling is van de Lakota-naam Mato Tipila. Andere Amerikaanse Indianennamen zijn Bear’s Tipi, Home of the Bear, Tree Rock en Great Grey Horn. Als je hem van veraf bekijkt lijkt het wel alsof een dier met grote klauwen diepe sporen in Devils Tower heeft getrokken. Wellicht komt daardoor de beer in de Indiaanse benamingen voor.
Voor veel lokale Indianenstammen die in of nabij de Black Hills wonen is Devils Tower een heilige plaats en belangrijk in mondelinge geschiedenissen over hoe Devils Tower is ontstaan. Hoewel er in veel van deze verhalen vergelijkbare elementen zitten, zijn ze uniek in de details. Tot op de dag van vandaag zijn Indiaanse invloeden goed zichtbaar. Lopend over de Tower Trail zien we op verschillende plekken lintjes, vlaggetjes en gebedsbundels hangen. Er wordt dringend verzocht om ze te laten hangen en ook niet van de trail af te wijken.  

Wat we tijdens het lopen van de Tower Trail ook zien zijn de klimmers. Devils Tower kan met een permit beklommen worden. Elke kolom kent zijn eigen klimroute, waarvan de moeilijkheidsgraad varieert van makkelijk tot enkele van de moeilijkste ter wereld. Een hachelijke toestand als er tijdens de beklimming ook nog eens een tiental gieren om je hoofd vliegt. Wij beperken ons tot het maken van foto’s en het bidden van een schietgebedje voor de waaghalzen.

Close Encounters Of The Third Kind

Devils Towers is beroemd geworden door Steven Spielberg’s filmklassieker ‘Close Encounters of the Third Kind’ uit 1977. Ja, ja, die film met die fascinerende rots / toren / magma-prop. Steven Spielberg gebruikte hem als de plek waar buitenaardsen landden en met de mens kennis maakten. Waarom ik nog steeds zo gecharmeerd ben van deze film?  Tja, waarom houdt de een van Mozart en de ander van de Rolling Stones? Ieder zijn meug. E.T. is ook zo’n film waar ik nooit op uitgekeken raak. 

De ervaringen in Gooseberry Badlands en bij Devils Tower onder één noemer brengen  was lastig. Het was Joe Alves die me de titel aanreikte toen ik zijn U-tube filmpje: ‘Close Encounters at Devils Tower’ bekeek. Beide gebieden liggen in de State Wyoming. De afkorting voor deze State is WY.

Daarom dus … That’s WY

*) OMWEGEN-37 verschijnt op 1 september 2024