BIG BEND (2) : Buitenaards
Pas in 2016 komt het moment dat we kunnen teruggaan naar Big Bend. Er blijkt niet veel te zijn veranderd in Terlingua / Study Butte. Het motel annex camping voor motorhomes ziet er nog precies zo uit als in 2007. De luxe kamer die we krijgen is gesitueerd in dezelfde houten barak waar we ook in 2007 logeerden. Dat de barakken op palen zijn gebouwd wekt misschien de indruk dat daardoor slangen, spinnen en schorpioenen buiten de deur kunnen worden gehouden. Waarschijnlijker is het dat het water van de verwoestende flash floods, die tijdens de moessonregens in de zomermaanden ontstaan, sneller zijn weg kan zoeken onder de gebouwen door i.p.v. de gebouwen helemaal van hun plaats te sleuren.
De 7 kamers in de barak zijn bereikbaar via een korte trap en een overloop met een houten hekwerk. Eenvoudig maar als je goed met de aangeboden beperkingen kunt omgaan zelfs een heerlijk onderkomen. De sanitaire installatie in het motel is een verhaal apart en laat ik maar meteen aan toevoegen dat deze situatie zich in meerdere zo niet alle motels voordoet. Uit kranen waar met grote letters HOT op staat stroomt koud water. Waar COLD op staat moet je oppassen voor brandwonden. Normaal gesproken draai je een kraan linksom open en rechtsom dicht. Hier werkt dat precies andersom. Iedereen die wel eens in de States is geweest zal eens grijns van herkenning niet kunnen onderdrukken. In de motelkamers ontbreekt nog steeds een koelkast. Gelukkig heeft zo goed als elk motel een ijsblokjesmachine en daarmee hebben we intussen wel geleerd hoe we het gemis van een koelkast kunnen oplossen. Als we in de USA arriveren is onze eerste aanschaf een grote styropor koelbox. Lege plastic verpakkingen, zoals yoghurtbekers vullen we met ijsblokjes en deze zorgen ervoor dat alles wat er in de aangeschafte koelbox zit ook koel blijft. Gedurende onze reis krijgt de koelbox meerdere taken toebedeeld en bewijst hiermee dat hij zijn (geringe) aanschafprijs meer dan waard is. Wifi-bereik is er in de barakken niet.
Dit beperkt zich tot de ‘game-room’ in het hoofdgebouw en zelfs daar is het bereik niet optimaal of het ontbreekt helemaal vanwege slechte weers- of andere omstandigheden. Vanavond is er geen Wifi-bereik. We installeren ons met de twee in onze kamer aanwezige stoelen op de overloop voor de deur van onze kamer. De koelbox dient als tafeltje en Thei zorgt voor een bakje met zoute chips en een goed glas wijn. Er is twee mijl verderop een kleine supermarkt bijgekomen waar we de hoogst noodzakelijke inkopen kunnen doen. Meer dan een uur zitten we buiten terwijl de eerste sterren beginnen te flonkeren. Langzaam maar zeker laten we de connectie met de rest van de wereld los en geven ons over aan de stilte en de leegte van de desert. We genieten van wat ons geboden wordt en verheugen ons ook op de dag van morgen, de nadere kennismaking met Big Bend, het kale verlaten landschap, de heuvels, de bergen, de bloeiende cactussen en alles wat dit deel van West Texas zo bijzonder maakt.
Stoppels
Mijn grote vriend en reisgenoot was zonder de oplader van zijn scheerapparaat in Amerika aangekomen. Dat was mijn schuld. Ik had het zwarte plastic standaardje van het voor 110 volt bestemde scheerapparaat niet ingepakt omdat ik veronderstelde dat het slechts een decoratieve functie had. Thei heeft na een stoppelige week een krabbertje aangeschaft en is inmiddels enigszins gewend geraakt aan nat scheren. Zijn gezicht ziet er iets minder gehavend uit dan de eerste dagen en zijn huid is zo zacht geworden als babybilletjes. Er doet zich echter wel een ander probleem voor. Hij heeft ook geen trimmer en derhalve groeit zijn baard gestaag … en natuurlijk ook zijn snor. Die snor zal in de komende weken waarschijnlijk een hindernis gaan worden. Niet tijdens onze conversaties, maar wel tijdens het eten. Etensresten hebben blijkbaar hevige belangstelling voor ruige snorren. Ik zit ’s-morgens gefascineerd naar mijn reisgenoot te kijken en zie hoe zich in zijn snor grote klodders yoghurt vasthechten. Helemaal afscheren zou een mogelijkheid kunnen zijn, maar hoe kom je de USA vervolgens uit als je niet meer op je pasfoto lijkt. Ik besluit om bij het thuisfront via een mailtje navraag te doen voor een oplossing.
Death is not the end …
Vandaag staat eerst het voor ons minst aansprekende centrale gedeelte van Big Bend National Park – The Mountains – op het programma. Voor de doorsnee toerist is Chisos Basin het meest interessante gedeelte. Er wordt veel gehiked in dit bosachtige gebied, waar tegenwoordig naast de zelden zichtbare cougar of mountain lion ook beren hun plek hebben gevonden. Wij hiken alleen naar The Window, waar we genieten van het zicht op de vele bergruggen die in veel tinten grijs en bruin achter elkaar liggen. Hoe verder ze weg liggen hoe donkerder en mysterieuzer het landschap wordt. We laten de overvolle parkeerplaatsen achter ons en rijden naar de Panther Junction. Daar draaien we de verlaten weg op die door de desert naar het zuidelijkste punt Boquillas Canyon Overlook voert. Hier stond Thei jaren geleden met de voeten in de Rio Grande. Op weg naar Mexico? Gelukkig bedacht hij zich toen halverwege. Hmmm hmmmm ik had z’n paspoort in de rugzak. Jaren geleden kwamen hier zelden toeristen. Het was toen immers een dead-end. Tegenwoordig is hier een officiële grenspost gevestigd en deze streek heeft zijn stilgevallen dromerige tijdloosheid verloren. De Border Patrol heeft de handen vol vanwege de vele illegale grensoverschrijdingen en rijdt af en aan.
Tijdens de terugrit stoppen we herhaaldelijk. Er heeft hier nog niet zo lang geleden een grote brand gewoed. Zwart land waarin, zover als het oog reikt, verkoolde en zwartgeblakerde cactusgroepen staan. Een must voor mij om plaatjes te schieten. Diepe buigingen maak ik voor elk cactusblad dat op spectaculaire wijze zijn stervensproces inkleurt. Wat ik niet merk is dat bij elke buiging de stekels van de cactussen achter me hun handtekeningen in houtskool op de achterkant van mijn woestijn-kleurige broek achterlaten. De cactussen zijn dood voor zover ik dat kan beoordelen, maar ik heb hun toestand digitaal zo vastgelegd dat ze straks de kans krijgen om verder te leven. Of in een schilderij of in de fotoboeken die er wellicht weer zullen verschijnen. ‘Death is not the end’ zingt Bob Dylan en wat mij betreft heeft hij daarin volkomen gelijk.
Buitenaards
De voornaamste reden waarom wij überhaupt terug wilden gaan naar Big Bend én ook het hoofddoel van deze dag, is het gebied even buiten de grens van het National Park. We weten precies waar de ’Jellyfish’ ligt. Overdag is hij echter onzichtbaar. Niet alleen voor teveel aandacht van de doorsnee toerist, ook voor ons verschanst hij zich in grijze kleuren die veroorzaakt worden door het felle zonlicht. Alleen als de zon richting de horizon aan het zakken is dan pas gooit hij het grauwe camouflagepak van zich af. Alleen in de korte tijd die hier Alpenglow wordt genoemd kun je hem in volle glorie zien. Maar tegen die tijd spoeden toeristen zich meestal terug naar hun motel. Hun belangstelling is dan meer gericht op een goede maaltijd en een glas bier.
Wij sjorren onze rugzakken die gevuld zijn met veel flessen water op onze ruggen en we lopen de vlakte in. Buiten de auto is het rond de 30 graden. In het gebied waar wij naar toe lopen stijgt de temperatuur met elke wandelmeter. Nu pas wordt ons duidelijk waarom we zoveel hikers zien die ’eigenlijk constant aan slangetjes slobberen’. In hun rugzakken zitten grote containers water waar die slangetjes aan vastgekoppeld zijn. Drinken wordt dan een stuk gemakkelijker. Wij lopen met flessen in de hand en we moeten om de 50 stappen stilstaan om te drinken. We leren bij ….
De ’jellyfish’ zoals wij de grote heuvelrug in buitenaardse kleuren zijn gaan noemen is onderdeel van een gebied dat we graag wat nader willen verkennen. Het ons bekende gedeelte is een makkie vergeleken met het gebied dat achter de grote ‘jellyfish’ ligt. Obstakels in de diepe voren en washes waarin we moeten afdalen om onze weg te kunnen vervolgen zijn gemeen prikkende lage struiken. Omdat we ook nog eens goed moeten uitkijken voor slangen en ander bijtend spul komen we maar heel langzaam vooruit. En als we denken dat we een doorgang gevonden hebben blijkt het vaak een dead-end te zijn. Het gebied wil zijn geheimen blijkbaar goed bewaken en bewaren. Het kleine gedeelte dat we mogen bekijken is alleszins de moeite waard. Bijna drie uur later en vele fantastische foto’s en ervaringen rijker bereiken we uiterst voldaan onze auto weer. Al het water is op, ons zweet is opgedroogd voordat het de oppervlakte van onze huid bereikte en de accu van de camera geeft aan dat hij opgeladen wil worden. We hebben gedaan wat we wilden doen. De ’jellyfish’ is zo groot dat hij niet in een foto gevangen kan worden. Alle detailfoto’s zullen eerst aan elkaar gefotoshopt moeten worden, maar … de buitenaardse ’jellyfish’ heeft iets meer van zijn geheimen prijs gegeven. Onze dag kan niet meer stuk!
Zonnegroeten
Zonlicht zoeken, zonnegroeten,
kussen stralen in de lucht.
Zachtjes wuivend, zingend blauw,
gedachtevlokjes in hun vlucht.
Als gedachten groeten zoeken,
springen vonken naar een maat.
Licht, een verre trilling,
die verder dan de 100 gaat.
Gezochte groeten zingen speels,
spinsels van gevangen licht.
Dat ik weer vol overgave
voor dit zonlicht ben gezwicht.